Reisverslag Dag 06 - Vrijdag 6 Juni 2008 |
07:45 Wakker, zonder wekker. Een nieuwe dag kan beginnen maar ik merk meteen iets vreemds als ik de luiken wil openen, het voelt niet warm aan. De ochtendzon staat op de balkondeur dus die zou warm aan moeten voelen. En inderdaad, er is geen zon te bespeuren. Het is geheel bewolkt en ik zie dan zelfs plassen op de grond! Die zijn zo groot dat ze niet afkomstig kunnen zijn van de schoonmaakster die een emmertje water heeft leeggegooid. Het heeft dus fiks geregend! Dat vertelt Vicky ook al ik mij beneden meld voor een ontbijt. Als ik dit had geweten was ik vandaag aan het werk gegaan. Maar goed, de voorspellingen wijzen uit dat het op zal drogen en dat het vanmiddag al weer zonnig zal zijn. Na het ontbijt open ik dan nog maar een keer mijn "kantoor" in het lounge gedeelte van het hotel. Een frappee van Vicky en ik ga eens wat cd's ordenen en wat andere zaken op de computer regelen. Zo verstrijkt de ochtend en ik zie het inderdaad steeds lichter worden. Om 13:30 vind ik het welletjes en ruim het kantoor weer op. Zou ik belastingtechnisch nog wat kunnen doen met deze tijdelijke vestiging? Ik pak de spullen gedeeltelijk in de kamer en gedeeltelijk in de auto. Ik wil een rit gaan maken naar Kalavrita en dan via een nieuwe route door de bergen naar de zee terug. Aldus rijd ik om 14:15 weg uit Diakopto en op weg naar Kalavrita. Al snel zie ik de eerste bewijzen van de bosbranden die vorig jaar hebben gewoed. En dat wordt al snel wat meer. Zoals Anna al verteld had ziet het er door het nieuwe groene gras wat minder doods uit maar nog steeds geen prettig gezicht. Ik rijd voorbij Ano Diakopto en zie dat de meeste huizen als door een wonder gespaard zijn gebleven. Zelfs de bomen vlakbij de huizen zijn zwart geblakerd dus er moet een fikse strijd door de bewoners en de brandweer zijn geleverd. En dan het huis een nieuw likje verf en je zou bijna het verdriet vergeten wat een paar brandstichters vorig jaar hebben aangericht. Allemaal om dat bouwgrond te kunnen krijgen. Het is een fikse strook tussen twee heuvelrijen wat is aangetast en voor zover ik kan bekijken is de kloof waar de trein in rijdt niet aangetast. Maar als bovenaan de bergen de grond dusdanig los is geworden is het inderdaad niet heel veilig in de kloof. Daar zullen toch regelmatig wat rotsblokjes naar beneden komen. Ik merk het namelijk al op de weg. Het is oppassen want ook al zijn ze niet groot, een 20cm grote steen kan toch een beste schade aan richten. Al zigzaggend probeer ik de meeste te ontwijken en een daarvan past ook net onder de bodemplaat van de auto door. Ik bereik veilig Kalavrita en zet de auto bij het station neer. Er staat een treintje te brommen bij het station en verderop hebben een paar schoolklassen een uitje. De generator staat toch echt wel wat lawaai te maken maar de spelende kinderen overstemmen dit met gemak. Ik maak wat foto's van dit tafereel wat waarschijnlijk volgend jaar is verdwenen. Ik ontmoet de machinist op het perron en hij lijkt mij te herkennen. We begroeten elkaar maar hij moet dan verder naar iets. De trein vertrekt nog niet en gaat dan ook maar tot Zachlarou (Mega Spileon). Bij dat klooster zag ik diverse bussen en nog een schoolklas staan. Ze bezoeken dus het klooster, dalen dan af in de kloof, nemen de trein naar Kalavrita (rijdt nu enkel op de vrijdag en in het weekend) en komen later weer terug. Ik loop Kalavrita wat door en zie dat mijn vaste stekkie voor een Griekse koffie in de morgen waarschijnlijk voorgoed is gesloten. Ik had dus in de ochtend een nieuw koffiehuis moeten zoeken maar dat zou wel gelukt zijn. Enfin, volgend jaar beter. Ik schiet nog wat foto's van het centrum en loop dan weer richting het station. De trein staat nog steeds te ronken maar van vertrek is nog geen sprake. Ik wacht daar niet op en stap weer in de auto. Ik rijd Kalavrita aan de andere kant uit en betreed een nieuw gebied. Na een paar kilometer moet ik rechtsaf en ga ik weer richting zee en de stad Aegio. Dit is volgens de kaart een hele mooie route en hij voert je inderdaad door leuke bergdorpjes en slingerend door de bergen. Maar dan kom ik weer een berg over en is het contrast levensgroot, alles is zwart! Hier heeft de brand nog harder toegeslagen en echt het hele dag is een zwarte bende met heel soms nog een groen plukje rond een huis of een dorp. Je wordt hier vanzelf wel heel stil en treurig want dit moet voor vorig jaar een ontzettend mooie en groene omgeving zijn geweest. Dit is een schade die waarschijnlijk pas na 25 jaar enigszins verdwenen is (bomen groeien hier veel langzamer dan in Nederland). Gelukkig hangt er geen brandgeur meer want dan zou ik echt gillend naar huis zijn gegaan. De wegen zijn gerepareerd maar hebben nu last van grondverschuivingen en vallend gesteente. Voorzichtig rijd ik door dorpjes en langs berghellingen. Nu een aardschok en archeologen zullen ooit stuiten op een Nederlandse auto vol met spullen en een man. Moeder natuur laat mij echter ongestoord deze berghellingen passeren en ik daal langzaam af naar de kust. In Aegio zoek ik de oude hoofdweg maar die mis ik en beland op de nieuwe snelweg. Ook niet erg, gaat sneller maar is iets om omdat ik eerst Diakopto voorbij rijd en dan pas de afslag krijg. Om 16:30 zet ik de auto weer op de parkeerplaats van het hotel neer en heb nog steeds hetzelfde schaduwrijke plekje. Anna staat achter de bar en bij haar staat een oudere man aan zijn 5e barcardi-cola. Hij komt uit Zwitserland en reist per openbaar vervoer. En beetje vreemd in zijn gedrag en Anna kijkt mij een paar keer vertwijfeld aan waarbij ik die blik beantwoord met hetzelfde vraagteken. Hij is gekomen voor het treintje naar Kalavrita en is teleurgesteld. Hij past zijn schema aan zodat hij vanuit Kalavrita toch een gedeelte kan meemaken van de rit. Ik hou het nog alcoholvrij, krijg van Anna een frappee en vertel over mijn rit. Ik laat haar een paar foto's zien en ze knikt treurig. Ze kent de weg langs Fterie (een van de bergdorpjes) en vertelt hoe mooi groen dat was. Een stilte valt die dan verbroken wordt door de Zwitser die nog een ba-co wil. Daarna vertrekt hij naar zijn kamer om zich te installeren en ik praat met Anna nog wat over haar beestenspul. We gaan aan de personeelstafel zitten want daar mag ze roken, achter de bar niet. Al pratend vergaat de tijd snel en we worden af en toe gestoord in het gesprek door gasten of door telefonische reserveringen. Dan moet ze toch weer aan het werk en ik loop richting terras bij het station om daar een Mythos in de ondergaande zon te drinken. De avond wordt culinair gevuld met pitta's van Eleni. Het waait stevig maar ik heb nog een tafeltje bij de keuken waaruit wat warme lucht komt. Voor €8,30 ben ik helemaal voorzien en het smaakt mij prima. Voldaan loop ik terug naar het hotel en vind Anna achter de receptie samen met Paula en haar echtgenoot. Ik bestel een ouzo en zit wat achter de bar. Dan gaat Paula eten en komt Anna mij gezelschap houden. Ze spreekt goed Engels dankzij haar jaar studie in de Amerika en haar baan als stewardess. Ik krijg te horen dat ze het nakomertje is en een zus en broer heeft. Zij is de rebel en haar ouders hebben heel wat te stellen gehad met haar. Omdat ze maandag naar Athene gaat om haar ouders te bezoeken heeft ze de kapper het haar niet zo kort laten afknippen dan dat ze eigenlijk wil. Haar moeder zou de schok niet overleven. Al snel is het bijna middernacht en zit haar dienst erop. Ze begint met afsluiten en ik wens haar een veilige rit terug naar Aegio op de scooter en een goede nachtrust. Ik klim weer naar kamer 27 en duik het bed in. Ik probeer nog een sudoku maar daar kom ik helemaal in vast te zitten. Om 0:45 sluit ik de luiken.s |
De vakantiedagen van 2008 op een rijtje |