Reisverslag  Dag 63 - Zaterdag 6 augustus 2011

 

08:15 Voor de wekker ben ik wakker. Ik pak mijn spullen bij elkaar en breng alvast wat naar de auto. Dan krijg ik van Rita een elleniko en hoor ik van Yiannis dat hij toch nog gedanst heeft en om 3:00 thuis was. Voor het eerst in al die dagen dat ik in Ano Pedina ben geweest, besluit ik mijn ontbijt buiten te nuttigen. Eigenlijk was het altijd automatisch binnen, maar de Griekse mannen zijn al wakker en ontbijten buiten. Terwijl ik mijn ontbijtje in de heerlijke ochtendlucht nuttig, gaan Yiannis en Rita even weg. Er is een kerkje (een van de 9 hier in het dorp!) wat een keer per jaar geopend wordt, en wel op deze dag, naamdag van Sotiris/Sotiria.

Ik geniet lekker door van het ontbijt, de Griekse mannen zijn weg, andere gasten al vertrokken, dus het is heerlijk stil. Ik heb het ontbijt net op als Merel naar beneden komt. Die probeer ik wijs te maken dat ik afgerekend heb, Rita en Yiannis met het geld meteen op vakantie zijn gegaan en dat Kimon en zij het hotel maar een week moeten runnen. Ik snap niet waarom ze dat niet geloofde! Maar ze bleef wel aandringen naar de echte reden en dus heb ik die haar maar verteld.

Dan gaan de laatste spullen in de auto, wordt kamer 5 nog even goed onderzocht op achterblijvers en is het tijd voor (alweer) afscheid. Ik krijg folders mee om dit hotel goed op de kaart te zetten en dat doe ik graag want het hotel, de eigenaar en de eigenaresse zijn dat meer dan waard! Dus neem ik afscheid van Yiannis, Rita en Merel. Lena heeft vandaag weer vrij (maar die stuur ik een kaartje uit Kreta) en Kimon ligt nog lekker in dromenland. Met een laatste frappee van Rita (nee, weer zonder drank, ik moet rijden) stap ik in de auto.

Uitgezwaaid door de lieftallige meisjes verlaat ik om 11:15 Ano Pedina. Het is zo een heerlijke omgeving, hadden ze er maar internet (hahaha, Yiannis ontploft zo'n beetje als ik over de OTE, de Griekse KPN begin). Nee, zonder gein, het is een heerlijk rustgevend stukje paradijs met daarbij een paar vrienden waar ik mij gerust familie bij kan voelen.

De rit verloopt goed en gaat eerst naar Kalambaka. Bekende weg en gedeeltelijk snelweg. Om 13:30 zet ik mijn auto voor hotel Kosta Famissi neer voor een korte stop. Ik word verbaasd begroet door Charlies. Ik vertel haar over Ano Pedina en ze zegt dat ze haar ouders er zeker ook een keer heen zal sturen en dat ze het zelf ook wel wil. Ze gaat in ieder geval morgen met haar vriend een weekje naar Corfu op vakantie, dus ik wens haar een fijne vakantie. Ik geef haar wat folders en maak gebruik van het toilet. Ondertussen heeft zij een frappee voor mij gemaakt en kan ik weer goed verder. Even de flappentap wat armer gemaakt, ik weet niet hoe het zit op Evia. En ik moet nog tanken en de veerboot betalen.

Dan gaat het verder en bereik ik de snelweg naar Athene. Dan de afslag ter hoogte van de noordpunt van Evia en richting Glyfa. Ik kom daar 16:15 aan. De veerboot is net weg, zie ik op het schema. De volgende vertrekt pas weer om 18:00. De boot doet er iets meer dan 30 minuten over en er vaart er 1 heen en weer. Maar dan zie ik tot mijn schrik dat die van 18:00 de laatste van de dag is! Daar had ik nooit bij stil gestaan, gelukkig heb ik verder weinig oponthoud gehad en stops gemaakt. De overtocht kost 18 euro dus dat valt mee en ik ben een van de eerste auto's in de rij.

Dus nu maar wachten. Ik bel het hotel om te vertellen hoe laat ik ongeveer verwacht aan te komen en de gebrekkig Engels sprekende man kan mijn reservering niet vinden. Zou ik dan toch geen hotelkamer krijgen? Met een "no problem" besluit hij het gesprek en laat mij in verwarring achter. Ik besluit maar even een stukje te lopen. Het is een klein plaatsje met veel vakantie vierende Grieken en een kiezelstrand. Dan stap ik toch weer in de auto, met de ramen open is het prima uit te houden en luister lekker naar muziek terwijl ik aan mijn eerste boek begin uit de serie Old Shatterhand en Winnetoe.

Boekjes uit 1962 (toen kon Peter van Boek&Blad nog niet lezen, laat staan ze verkopen) die ik via mijn vader van mijn opa (aan vaderskant) heb geërfd. Ik heb de hele serie van 25 stuks en heb ze in 1986 voor het eerst gelezen. Een paar jaar later nog een keer maar dat weet ik niet precies meer. Ik heb lang getwijfeld of ik ze - de helft van de serie - zou meenemen. Maar anders had ik ze waarschijnlijk nooit meer gelezen, ik lees enkel boeken ik de vakantie.

Dus begin ik met deel 1, het verhaal pakt mij meteen weer en zo verstrijkt de wachttijd voor de veerboot rap. Boot op met veel gedoe (het bekende geschreeuw), varen en de boot weer af. Ik ben op Evia! Via de tomtom gaat het in een leuk tempo naar Edipsos. Daar herkent het systeem geen huisnummers en word ik via wat achteraf straatjes geleidt. Achteraf een omweg, maar ja, dat is een Griekse kontosouvli in de spies kijken. Ik vind na wat speurwerk het hotel en heb (naar blijkt later) heel veel geluk dat ik bijna voor de deur kan parkeren.

Ik word begroet door twee versies Kostas, een jonge en een oude. De oude spreekt prima Engels, de jonge juist niet en die had ik aan de lijn. Ik mag kiezen uit twee kamers en kies degene (kamer 115) met uitzicht op het zwembad achter het hotel (andere kamer had streetview). De kamers lijken niet op de foto's op de site (hoewel, als je goed kijkt zie je wat overeenkomsten), dat zullen vast prijzigere kamers op de bovenetage zijn. Maar er is een prima bed, ruime badkamer, airco en internet op de kamer. Prima!

Ik installeer mijzelf en de spullen en zet de airco vol aan. Het scheelt een jas vergeleken met Ano Pedina (maar dan die jas uitdoen!). Bijna 35 graden en de warmte blijft hier wel hangen. Ik haal bij een supermarkt dus snel wat flessen water want dat zal wel snel gaan.

Dat de warmte blijft hangen merk ik wel als ik rond 21:30 op weg ga naar een restaurant. Het is als een warme deken. Maar dat is wel goed voor de overige gasten van dit plaatsje. Het is een kuuroord en wordt volop bezocht door oudere Grieken. De straten van de boulevard zijn nu afgesloten en het is er knetterdruk met ouderen. Gelukkig zie ik ook wel jongeren en gezinnen rondlopen anders zou ik echt denken in het bejaardenhuis te zijn gekomen. Zigzaggend tussen de op elkaar steunende oudjes, of met stok, of met rollator zoek ik naar een leuk uitziende taverna. Dat is nog niet zo eenvoudig. Veel bars en zelfservice zaakjes. Oudjes die met een blad vol naar een tafeltje aan de overkant van de weg schuifelen. Goddank is de weg afgesloten, dat was een grote smeerboel geworden!

Nog volop in staat van opperste verbazing ontdek ik dan een echte taverna. Simpele kaart maar dat vergemakkelijkt de keuze. De Griekse eigenaar gaat in een rap tempo een gesprek aan met mij. Gelukkig ben ik zover dat ik het meeste (simpele!) kan volgen en laat hem het meeste van het gesprek doen. Het is hier zeker niet rustig en van crisis kan ik hier ook niet heel veel merken. De oudjes laten het hun goed smaken en hebben zeker hun eisen. Er wordt af en aan gelopen om aan alle wensen te voldoen.

Ik vertrek met een voldaan en slaperig gevoel. Het was een vermoeiende dag en ik heb geen siësta gehad. Dus zoek ik snel mijn hotelkamer weer op, zet de airco op 25 en lig nog heel even te lezen voordat ik om 0:15 mijn luiken sluit.


Vorige dagVolgende dag

De vakantiedagen van 2011 op een rijtje