Reisverslag  Dag 86 - Maandag 29 augustus 2011

 

07:30 De wekker wekt mij. Na het ontbijt pak ik wat spullen in de rugzak en ga richting station. De trein vertrekt naar Kalavrita maar ik stap weer in Zachlorou uit. Ik vertel de conducteur (die mij ondertussen goed herkent en begroet) dat ik naar de poorten wil teruglopen. Dat is het mooiste stuk van de kloof met een oude brug en is zeer smal. De tunnel voor de brug kon vroeger met deuren gesloten worden zodat mensen de trein moesten nemen en niet op het traject gingen lopen. De behulpzame conducteur vraagt of ik bij de poorten de trein wil verlaten, hij wil daar dan wel stoppen. Ik maak hem duidelijk dat ik de wandeling wil maken en dat die goed voor mij is.

Om 09:22 stopt de trein in Zachlorou en begin ik de 2 kilometer daling terug naar de poorten. Ik weet nu zeker waar ik wil gaan staan om foto's te nemen en dat is waar de tunnel een aftakking heeft naar de oude brug. Aangezien ik niet exact weet hoe lang ik erover ga doen, zet ik flink de pas in. Het eerste stuk loopt langzaam naar beneden, maar dan komt het tandrad gedeelte. Dat gaat steil naar beneden en is moeilijker te lopen. Want ik liep tussen de rails op de dwarsbalken, maar daar loopt nu de tandradrail. En dus moet ik over de kiezels aan de zijkant naar beneden en dan glijd je soms wel iets weg. Gelukkig blijf ik stevig overeind en kom ik aan het einde van het tandrail gedeelte. Dat eindigt bij een brug die ik rustig oversteek. Een metalen plank en een railing. De brug is niet heel hoog maar toch wil ik niet uitglijden.

Daarna is het nog 200 meter en bereik ik de poorten. Ik heb ongeveer 30 minuten over voordat de trein uit Kalavrita terugkomt. Ik kijk nog even goed rond of er betere plekjes zijn maar de aftakking naar de oude brug is zowel een veilige plek om te staan, als een prachtige plek om de trein aan te zien komen en dan je om te draaien en de trein over de nieuwe brug te zien gaan.

Al wachtend krijg ik echter wel een hartverzakking als er 3 straaljagers ontzettend laag over de kloof heen scheren. Het dondert natuurlijk nog extra hard door in de tunnel. Nadat mijn hartkleppen weer wat tot rust zijn gekomen hoor ik de trein door de rails knarsen en even later toeteren. Ik laat mij duidelijk zien zodat de machinist weet waar ik sta. Hij toetert dat hij mij gezien heeft en ik maak ondertussen opnames. Dan gaat hij verder in de tunnel en loop ik naar de oude brug. Daar moet je niet op gaan staan, maar ik had de plek goed onderzocht waar ik prima zicht had en nog op de rots stond. Daar maak ik dan de foto's van de trein terwijl hij over de brug gaat.

Hierna is het wachten totdat de trein weer omhoog komt uit Diakopto. Dat duurt minimaal 1,5 uur. Dus loop ik weg van de tunnel naar het huisje wat net voor de tunnel is gebouwd (op ca 100 meter). Dat was er de voorgaande jaren niet maar dat was de plek waar de conducteur mij wilde afzetten. Het gebouwtje is afgesloten maar er zijn bankjes voor het gebouw waarop ik plaatsneem.

Ik krijg van Ruud een sms dat Emmanuela toch toegelaten is op Samos. Haar eerste keus maar waarop niemand meer gehoopt had. De blijdschap is groot en ik feliciteer ze dan ook. Dan laat ik Berry mij bellen (als hij het niet druk heeft met werken). Hij belt vrij snel terug en ik licht hem in over mijn verblijfplaats. Hij heeft de route ook eerder gelopen en weet hoe mooi het daar is. Hij wenst mij veel succes en ik ga zitten lezen. De straaljagers komen nog een keer over maar ik sta nu niet in de tunnel en het schrikeffect is beduidend minder.

Dan is het tijd om terug te lopen naar mijn plekje. De berekening is ruim genomen omdat ik niet wil dat ik in het eerste gedeelte van de tunnel verrast word door de trein. Dus moet ik nog circa 15 minuten wachten. De trein komt eraan (het is nu 11:55) maar is slecht te horen door het klaterende water in de rivier. Toch ben ik op tijd om hem vast te leggen. Ook nu ben ik goed zichtbaar en het is dezelfde machinist, dus die weet nu waar hij mij kan verwachten. Toch indrukwekkend om die trein door de tunnel te zien aankomen.

Ik zie de trein uit de tunnel gaan en richting Zachlorou en Kalavrita verdwijnen. Ik pak mijn spullen in en loop terug naar Zachlorou. Dat gaat nu bergop en dat valt soms niet mee. De zon staat nu op de rails te schijnen en maakt het een stuk warmer. Het tandrad gedeelte is beter te lopen - bergop gaat voor mij altijd beter - maar is wel zwaarder.

Toch bereik ik ruim op tijd het station en kan daar even zitten uitpuffen voordat de trein uit Kalavrita terug komt. Ik controleer nog even de foto's en zie dat de formateer actie op de kaart goed is geweest. Alle foto's zijn goed leesbaar (jaja, die komen nog een keer op de site te staan!).De conducteur vraagt of het gelukt is en ik antwoord bevestigend en bedank hem voor de goede zorgen. Om 13:30 ben ik terug in Diakopto en ga eerst voor een freddo. Dan een plons en een slaapje en zo is de middag voorbij.

Ik ga om 18:30 al richting kust. De wind is gaan liggen en ik ga lekker op het terras zitten met een freddo. Despoina komt even later en gaat achter de bar aan het werk. Ik kijk hoe vissersbootjes uitvaren en toeristen terugkomen van zee. Omdat het nog vroeg is, bestel ik daarna de frappee Porfyron. Onder genot van die zit ik naar zee te staren en wordt het langzamerhand donker. Het is de laatste avond op Griekse bodem en dat doet mij de vakantie overdenken en stemt mij wat somber. Maar ik besef ook dat ik ontzettend gelukkig ben dat ik deze kans heb gekregen en dat ze deze ervaring niet kunnen afpakken.

Ik hoef niet tussentijds af te rekenen omdat ik bij de buurman ga eten. Ze vertrouwen mij blijkbaar op mijn woord dat ik terugkom. Het is 20:30 als ik bij de buurman ga zitten eten. Ook daar word ik herkend en die zijn vriendelijker dan de taverna aan het begin van Diakopto. Na een uurtje is het eten richting spijsvertering gezonden en loop ik terug naar de bar. Weer op een barkruk en ik krijg van Despoina een tsipouro.

De eigenaresse van de bar blijkt Kostandina te heten en is een zus van Despoina. De barvrouw van mijn eerste avond hier heet Yota en blijkt ook een zus te zijn. Samen runnen ze in de zomer deze bar. Kostandina heeft aan het begin van de avond zelf het gras staan knippen en meegeholpen om de lantaarns schoon te maken. En dat is de bazin. Dan hoor ik dat Despoina een bar in Egio heeft, waar ze in de ochtend aanwezig is en werkt. Die bar is nu rustig maar is in de wintermaanden veel drukker. In Egio woont ze ook. De vaste serveerster, Eleni, is een hele goede vriendin.

Tot mijn verbazing blijkt Despoina 31 jaar te zijn, ik had haar echt niet ouder dan 25 geschat. Maar een luie Griekse kun je haar en haar zussen dus absoluut niet noemen. Zeven dagen in de week in het zomerseizoen in Diakopto en dan in de wintermaanden in Egio. Enkel in februari gunt ze zich een vakantie. Vorig jaar is ze met haar vriend naar Thailand geweest en voor komend februari staat Australië op de planning. Respect voor deze vrouwen!

Doordat de vakanties nu zijn afgelopen is het rustig in de bar. Daardoor zitten de serveersters (Eleni en Jeany) vaker naast mij en kruipt Despoina op het barblad zodat ze tegenover mij zit. We lachen heel wat af en de tsipouro vloeit rijkelijk. Maar we blijven er ook bij eten, dus dat gaat goed komen. Jeany is Grieks maar heeft haar jeugd in Canada doorgebracht. Ze spreekt dus heel goed Engels en helpt af en toe wat voor Despoina te vertalen. Ook Mitsos komt langs. Die wordt door de dames vertroeteld. Het blijkt de dorpsgek te zijn die verzot is op voetbalshirts. Hij heeft er zoveel dat hij weken lang iedere dag in een ander shirt loopt. Van Despoina - die 3 dagen in Amsterdam is geweest - heeft hij een shirt van Ajax en Feijenoord gekregen. Het is een man die geniet van de aandacht en geen vlieg kwaad doet.

Dan verschijnt Eleni ineens met twee schotels vol ijs en zoetigheid. We zitten er allemaal van te smullen en zo wordt het een heel gezellige laatste avond. We zoeken elkaar op via facebook en ik ga contact houden met ze. Het is 01:30 als ik afscheid van de dames neem. Despoina komt achter de bar vandaan om mij een goede thuisreis te wensen en hoopt mij volgend jaar weer te zien. Ik bedank haar en de anderen voor de gezellige avond en wens ze alle goeds voor de winter. Ik hoop ze inderdaad volgend jaar weer te zien.

Nog nagenietend loop ik terug naar de hotelkamer. Daar heerst volledige rust en ik pas mij snel aan. Om 02:15 sluit ik mijn luiken.


Vorige dagVolgende dag

De vakantiedagen van 2011 op een rijtje