07:15 Kalo mina (goede maand). Dat wens ik Maria toe als ik een half uur later mijn eerste koffie bestel. Hoewel het geen bestellen is, ze ziet mij aankomen en de koffie wordt al bereidt. Ik zit weer een tijd met Maria te praten. Ze is 57 maar ik had haar nog veel ouder geschat. Ze heeft het zwaar, zoon ligt in scheiding (en dat telt zwaar bij oudere Grieken) en ze is moe. Ik kan haar daarmee niet helpen maar luister haar wel netjes aan. Na een tweede bakje is mijn broek nog steeds schoon. Gelukkig maar want het is een lange broek. Het is fris buiten. Wel zonnig maar met zwarte wolken hier en daar. Nog geen regen. Maria is morgen naar de kerk maar rond 10:30 terug. Ik moet dan nog wel even langskomen om gedag te zeggen want morgen verlaat ik Corfu en ga richting Parga.
Ook het meisje van de bakker wens ik een goede maand. Dat is een pittig jong ding en ze begint steeds meer te praten met mij. Morgen is ze er gelukkig ook nog, dus ook morgen vers brood. Ik wandel terug naar huis en ga thuis aan het verslag werken. Regelmatig verdwijnt de zon maar van regen is nog geen sprake. Wel staat er een straffe wind, dus misschien dat die ervoor zorgt dat het overwaait.
Ik ben nu helemaal bij de tijd, het is 13:00 en verderop is iemand al een hele tijd met een kantenmaaier bezig. Geen rustgevend geluid, zeker niet van een benzine aangedreven kreng. Ik ga zo richting strand, niet om te zonnen of te zwemmen maar voor een koffie bij de loungebar. De rest van de middag kom ik ook wel door met diverse zaken. Vanavond nog een maaltijd bij de taverna die ik als eerste bezocht en morgen dan eind ochtend de boot op richting vaste land en dan richting Parga. Apostolis en de rest weet nog van niets, moet een verrassing worden (plek in het appartementencomplex zal er nu zeker nog wel zijn).
De volgende update zal ergens volgende week zijn, als Parga weer bekomen is van mijn aanwezigheid (en ik van die van Apostolis). Wordt vervolgd...
Zoals gezegd ga ik naar de loungebar en zit ik daar al snel met een freddo voor mij en uitzicht op het vaste land van Griekenland. Het waait flink en de wind is koel. Toch voel je tussen de windvlagen door de zon goed branden op je huid. Ik zit heerlijk mensen te kijken en kan dat heel lang volhouden. Dat kan ik niet zeggen van de mensen op het strand. Een enkeling waagt zich in zee, want die is nog goed koud. En op het zonbed wordt het ook steeds slechter omdat de wind meer aanwakkert en er steeds meer donkere wolken verschijnen. Wij gaan vanvond regen krijgen, dat staat vast.
Ik loop weer terug naar huis en ga op bed liggen lezen. Als het tijd is voor de avondmaaltijd is het nog wel droog maar ik vertrouw het voor geen meter. Ga ik naar de taverna of kies ik voor een broodje thuis? Ik kies voor het laatste en dat blijkt een goede keuze want niet veel later hoor ik de waterdruppels tegen de stenen ketsen. Een fikse bui trekt over en ik strek mij nog eens comfortabel uit op bed. Al lezend is het zo 23:30 en sluit ik mijn luiken.
|