GrasSoft > Reisverslagen > Rondreis 2004 > 15-30 juni 2004

Reisverslag  15 t/m 30 Juni 2004


Dag 15 - Dinsdag 15 Juni 2004

Het is 07:55 als mijn luiken zich openen. Vandaag heb ik geen plannen voor wat betreft een rit. Na het ontbijt - speciaal voor mij alleen - loop ik de stad in. Bij het grote plein zitten alweer diverse mannetjes op de bankjes of bij het cafenion. Ik slenter wat rond en loop een supermarkt binnen. Die blijkt groter te zijn dan je vanaf de buitenkant zou denken. Het zijn maar liefst 3 verdiepingen vol met allerlei zaken. Ze hebben zelfs wat ik zoek. Er wordt in deze omgeving namelijk veel wijn en ook Tsiporo geproduceerd. Tsiporo is een soort brandewijn die - volgens een Griekse pompbediende - vergelijkbaar is met de Kretenzer Raki. Ik heb Ruud beloofd dat ik een fles mee zou nemen om die gezamenlijk uit te proberen. Ik koop er ook nog een voor thuis en zo loop ik met een liter de zaak uit. Ik kom langs een kledingzaakje en slaag voor die kleine kousjes die je in gympen kunt dragen. Een paar extra kousjes is geen overbodige luxe want ze worden in deze stoffige omgeving snel smerig. En voor ¿1,50 per paar kun je ze niet laten liggen.

Ik maak ondertussen ook vele opnamen - zowel foto als video - zodat Naousa voor altijd is vastgelegd. Ik loop door richting park en maak ook daar diverse opnamen. Het gewicht van de flessen begint nu wel in mijn palmen voelbaar te worden en dus trek ik huiswaarts. Daar aangekomen breng ik de spullen naar boven en ga beneden op het terras zitten lezen, samen met de onvermijdelijke frappee. Nicos komt even later ook een frappee drinken en vertelt dat zijn vrouw normaal het hotel runt en hij zich met skiën bezig houdt. Maar omdat ze 20 dagen geleden een zoon (Jorgos) op de wereld heeft gezet is hij nu belast met de hotelzaken. Vanaf september gaat hij weer met een team naar Oostenrijk en hij weet dus hoe de overtocht met de boot gaat. Als zijn vrouw met de laatste aanwinst uit de stad komt lopen neemt hij Jorgos over en laat hem vol trots zien. Jorgos slaapt lekker door onder een gigantisch zwarte haardos. Nicos vraagt of ik al naar boven bij de skiliften ben gaan kijken. Ik antwoord ontkennend en hij geeft mij de tip om dit echt nog te doen. Het uitzicht is mooi en het is er verbazingwekkend groen.

Als ik zijn raad opvolg rij ik met de auto de 16 kilometer berg opwaarts. Ik volg de borden "3-5 pigadia" en kom na vele slingeringen aan op een grote vlakte. Twee hotels en het begin van de skiliften. Geen sneeuw maar wel vele caravans die er gestald staan. Het moet hier in de winter een best drukke bedoeling zijn. Op de weg terug naar beneden film ik en wordt de auto aangevallen door een grote hond die een kudde schapen begeleidt. Gelukkig zit ik binnen en met veel geschreeuw weet de herder de hond naar zich toe te krijgen. Ik kom ook twee houthakkers met diverse paarden tegen. Die paarden worden gebruikt om het hout vanuit de bossen naar de weg te slepen. Ze kijken verbaasd op als ze een auto uit een ver - of onbekend - land van de berg zien komen.

Na dit korte uitstapje stort ik mij weer op mijn boek en op het verslag. De middag verstrijkt in een rap tempo en ik ga nog even een schoonheidsslaapje houden. Niet dat het veel zal helpen maar het ligt toch zo lekker. Het begin van de avond wordt in een internetcafé doorgebracht om de mail te lezen en het weer voor de komende dagen te bekijken. Het ziet er niet slecht uit en ik besluit morgen naar Thassos te rijden. Daarna zoek ik taverna Spondi op. Die is mij aanbevolen door Nicos en ligt aan het grote plein. Als ik net buiten op het terras zit, begint het te spetteren. Het zet echter niet door en ik zit veilig onder een scherm. Verderop hoor ik ineens gejuich. Het blijkt dat Duitsland gescoord heeft in de EK wedstrijd tegen Nederland.
 

Dag 16 - Woensdag 16 Juni 2004

06:50 Voordat de wekker mij kon wekken ben ik al klaarwakker. Vandaag is het weer een vertrekdag en dus ga ik de spullen weer eens inpakken. Dat gaat snel en ze zitten dus ook zo in de auto. Een laatste douche in de cabine met de antiek ogende kranen en dan op naar de ontbijttafel. Ze verwachten nu weer meer mensen want het complete buffet is uitgestald. Ik ben echter de eerste en ga op mijn gemak zitten genieten. Toch heb ik al vrij snel achter de kiezen en loop ik naar de balie om af te rekenen. Nicos is er niet maar een spontane jonge vrouw - ik heb haar twee dagen eerder de balie zien bemensen - helpt mij snel en vakkundig. Van betaling van de drankjes - waaronder het biertje van gisterenavond - wil ze niets weten. Ze weigert ze op de rekening te zetten. En ook een fooi wil ze niet aannemen. Als ik dan roep dat het voor Jorgos is, neemt ze het met tegenzin aan. Ik bedank haar nogmaals voor alles en ze wenst mij een goede reis.

Om 08:01 start ik de motor met 10224 en 20,5°C op de tellers. Ik rij richting Thessaloniki en die weg heb ik al eens beschreven. Het gaat dus vlot en goed. Net voor Thessaloniki heb je een afslag naar links om de snelweg naar Kavala op te rijden. Het eerste stuk is ook nog snelweg, daarna kom je in wegwerkzaamheden en op een tweebaansweg met vluchtstroken te rijden. Die vluchtstroken zijn - volgens de Griekse automobilist - ook gewoon stroken en dus dien je daar te gaan rijden als iemand achteropkomend je wil gaan inhalen. Zolang je maar met het verkeer bezig bent is daar niets mis mee. Even verderop gaat het even mis voor wat betreft de route. Ik krijg een splitsing met voor beide kanten op de borden 'Kavala'. Echter, de linkerkant mag niet door vrachtwagens bereden worden. Ik kies voor de rechterkant omdat ik dat iedereen zie doen en pas op het laatste moment zie ik dat de linkerkant even later weer in een mooie snelweg overgaat. Maar dan is het te laat en zit ik op een weg met stoplichten en vrachtverkeer. Na wat omzwervingen via landweggetjes - ik hield de snelweg in de gaten en keren kon niet - kom ik dan weer op een kruising die naar de snelweg leidt. Waarom er geen vrachtverkeer is toegestaan op dit gedeelte is mij nog steeds een raadsel, maar mij boeit het geen stekker. Ik schiet weer lekker op en maak vele kilometers.

Dan houdt de snelweg er echt mee op en kom ik op wegen die wij zouden classificeren als 80km/u wegen. Je mag er hier echter 110km/u en iedere verbreding wordt gebruikt om vrachtverkeer in te halen. Ik rij met de stroom mee en rond elf uur bereik ik de stad Kavala. Van daaruit gaat er een ferry naar Thassos maar die doet er ca 1,5 uur over. De weg is ondertussen weer een echte snelweg geworden en die slingert zich langs de kustrotsen en over de landinwaarts gaande dalen. De aanleg heeft wel wat geld gekost want het is brug na brug en af en toe een tunnel. Het is alsof je een traag slalom parkoers aan het bereiden bent. Ik laat Kavala rechts liggen en rijd 20 kilometer verder. Daar krijg je de afslag naar de luchthaven en Karamoti. Vanuit die laatste plaats gaat er ook een veerboot en die doet er een half uur over om Thassos te bereiken. Dat dit ook de meest gevolgde route is, blijkt wel uit de borden want bij de afslag wordt Thassos ook genoemd. Net voordat ik Karamoti in rij gooi ik de benzinetank nog even vol want hij lust wel weer een slokje.

In Karamoti is het even zoeken naar de ingang van de rij voor de veerboot maar dan sluit ik er ook netjes in aan. Het volgende vertrek is om 12:30 en ik heb dus 45 minuten voor mijzelf. Ik bestel een Fanta en een tosti bij een van de vele cafés. Net voordat de tosti wordt gebracht gaat het tickethokje open en ik haal alvast een ticket (stel dat hij anders vol zal zijn). Voor ¿10,80 worden de auto en ik naar Thassos overgebracht. De veerboot is ook al aangekomen en de eerste auto's rijden het dek op. Ik eet eerst rustig mijn tosti op en zie dat het wel meevalt met de drukte. Ook ik zet hierna mijn auto op het dek op aanwijzingen van een rustig pratende Griek. Spiegels in en dan de auto uit voordat de volgende auto zich strak naast die van jou nestelt. Ik ga op het bovenste dek naast de stuurhut staan en kijk hoe er wat vrachtwagens en nog wat auto's het dek op worden gestuurd.

Exact op tijd vertrekken we vanuit de haven, vergezeld door tientallen meeuwen. Wat die beesten bezield weet ik niet maar ze komen naast de boot aanvliegen en gaan dan op de boeg zitten. De volgende verstoot de vorige en die laat zich weer naar het achterschip glijden alvorens weer - in de boegwind? - mee te laten nemen. Ze vliegen vlak langs je en ik vind het jammer dat mijn camera in de auto ligt. Daar kan ik nu niet bij want die staat ingeblikt tussen ander blik. Het blijft bij kijken en ontwijken. Ontwijken? Ja, want ze vliegen naast je maar soms ook boven je. Als die kringspier open gaat dan komt er een smerige klodder op je af vliegen. Je hoort ze om je heen tegen de boot aan kletsen. Het is de waarheid anders had ik dit smerige verhaaltje nooit aan jullie toevertrouwd. Ik blijf verschoond hoewel er een klodder tot op een centimeter van mijn voeten landt.

De oversteek gaat snel en om 13:10 verlaat ik de boot en betreedt het grondgebied van Thassos. Nou op zoek naar het kantoor van Olympia. Waarom? Omdat ik in hun gids een set villa's heb gezien die uitpuilen van de luxe. Ze zijn gebouwd in de heuvels van de hoofdstad Thassos-stad (of ook wel Limenas genoemd). En daar ben ik nu en ik wil gewoon eens proberen of ik in zo een villa terecht kan komen. Ik loop en rij wat rond maar ik vind geen kantoor wat Olympia vertegenwoordigd. Ik hoor twee dames Nederlands praten en vraag ze of ze via Olympia hier zijn. Het blijkt niet zo te zijn en dus blijf ik verder zoeken. Ik ga ook de heuvels in op zoek naar de villa's. Ik vind er wel een paar maar die lijken niet op de 'artist impression' die in het Olympia boek staat. De villa's zijn namelijk gloednieuw en - als het goed is - afgelopen winter gebouwd. Ik zie wel een paar villa's waaraan nog druk gebouwd wordt. Dat zullen ze wel niet zijn en onverrichter zake rij ik terug naar het centrum.

Net voordat ik dat in rij word ik aangestaard door twee dames die te voet zijn. Ik stop en roep hen in het Nederlands aan. De ene blijkt hier te wonen en de ander is op vakantie via¿ Olympia!. De dame die hier woont weet wel het oude kantoor te vinden maar dat is leeg omdat ze zijn verhuisd, zo laat ze mij weten. De andere dame heeft geen adres maar wel een telefoonnummer van het kantoor. Ik bedank ze hartelijk en bel het kantoor op. Ik krijg een Griek aan de lijn die ook Engels spreekt. De Olympia hostess is er niet maar als ik vertel dat ik voor de Thassian Villa's kom geeft hij mij een beschrijving van de plaats van het kantoor. Vlakbij het gymnasium en na enige omzwervingen en navragen heb ik dat dan gevonden.

Als ik hem weer bel zegt hij dat ik naar een zwarte Jeep moet uitkijken. Ik vertel hem dat ik daar toevallig naast sta en hij roept dat hij naar boven zal komen. Ik zie hem verschijnen uit een kantoortje zonder kenmerken (dat had ik anders nooit gevonden) en hij stelt zich voor als Stelios. Ik vertel hem mijn motieven en hij vertelt dat het vandaag 'hell' is. Een Engelse hostess heeft zich het ziekenhuis ingereden, een ander is ziek, de rest druk bezig en hij vliegt overal naar toe. Toch lachen we erom en ik mag de man wel. Hij begint over de wedstrijd van Nederland en vertelt dan dat hij een Nederlandse vrouw heeft en dat de villa's van hun zijn. Over tien dagen zijn ze allemaal vol geboekt maar bij drie zijn ze nu nog de terrasvloer aan het leggen. Er is er een leeg die daarvoor voor twee nachten door een man gebruikt is en nog niet compleet schoon en volledig is opgeleverd. Hij belt ondertussen zijn vrouw maar krijgt die niet te pakken. Wel vraagt hij wat ik ervoor over zou hebben. Ik noem hem een prijs van ¿75 per nacht en hij zegt dat hij dit wel richting zijn vrouw zou kunnen verkopen.

Ik moet hem volgen en kom bij de villa's aan waar ik eerder bij gestaan heb! Nu vallen mij wel de zwembaden op en ik moet mijn auto bij het eerste huisje (nummer 1) parkeren. Hij opent het huisje en de luxe komt je tegemoet. Groot opgezet met zitje, eettafel (met stoelen die nog in het plastik staan), open keuken (met vaatwasser, magnetron, koffiezetapparaat, waterkoker, sapcentrifuge, broodrooster, bestek, messenset, enz), televisie met (digitale) satellietontvanger, grote schuifpuien en een badkamer met douche, toilet en wasmachine. En dan heb ik nog maar de begane grond gehad. Daarboven tref ik twee slaapkamers met kingsize bedden en een eenpersoons bed ernaast aan. Beide beschikken over airco. En een iets grotere badkamer dan beneden maar hier moet dan ook wel een bad met jacuzzi in passen. Een toilet en een grote wastafel maken het plaatje compleet. Had ik trouwens al verteld over het privé-zwembad wat je naast je villa heb? Compleet met ligstoelen die je niet hoeft te betalen of te reserveren middels een handdoekje. Ja wel, echte luxe!

Ondertussen heeft Stelios zijn vrouw aan de lijn gekregen en verkoopt hij mijn verhaal richting haar waarbij hij af en toe een knipoog naar mij geeft. Zijn vrouw komt eraan en geeft alvast toestemming. Hij vertelt dat de villa's via internet voor ca ¿100 per nacht verkocht worden en dat is dan de prijs voor twee personen. Hij doet alsof hij de prijs van ¿75 een heel schappelijke prijs vind en ik moet hem daarin toch gelijk geven. Vorig jaar heb ik wel eens een hotelkamer van ¿60 per nacht gehad en als je dan al deze luxe daarmee vergelijkt is die hotelkamer schikbarend duur of dit een mooie kans. Ik besluit dat laatste als waarheid te accepteren en begin met het uitpakken van de spullen. Ondertussen hoor ik van Stelios dat ze drie kinderen hebben (2 jongens en een meisje) en dat moeders de oudste nu van school aan het halen is (die is net 5 jaar geworden). De jongste is 14 maanden.

Elsbeth heet zijn vrouw en nadat ze bij hun huis gestopt is - wat naast de villa's ligt en 3 keer zo groot als een villa is - maken we kennis met elkaar. Zij maakt zich nogal zorgen over de toestand van de villa en ik verzeker haar dat er niets mee mis is. Ik slaap in de andere slaapkamer (de andere was nog niet verschoond en opgeruimd) en ook de stoelen moeten nog uit het plastik. Ik help haar daarmee en ondertussen praat ik haar ook bij over mijn reis. Als ze toch wat gerustgesteld is over de toestand van de villa wenst ze mij een goed verblijf en gaat naar haar huis toe. Ik bel daar even later aan want de afstandbedieningen van de airco blijken er niet te zijn. En hoewel er een schuin dak op zit, is het toch wel warm op de bovenste verdieping. Ik krijg er meteen twee in handen gedrukt - vers uit het plastik - en krijg van Stelios uitleg over een vraag die ik stelde. Want ook bij hun deur zitten bovenaan zwarte vegen. Het blijkt een kruis te zijn wat met Pasen is aangebracht met roet. Drie keer wordt het kruis getekend en dan is je huis weer voor een jaar veilig voor ongeluk.

Ik bedank ze en ga terug naar mijn slaapkamer om de airco in beweging te zetten. Die slaat goed aan en ik ga verder met uitpakken. Hierna zend ik flink wat SMS om over mijn geluk te verhalen en ik neem een duik in mijn eigen zwembad. Het is ca 6 bij 3 meter en loopt af van 70 cm tot aan 2 meter. Het water is heerlijk en ik spartel er een tijd in alvorens ik mij op mijn teakhouten terrasstoel laat opdrogen. Uitzicht over de baai en Thassos-stad. Als ik opgedroogd ben ga ik wat boodschappen doen. De weg naar de villa's is steil en gemaakt van ruwe steen en vele kuilen. Ik heb een mooi plekje naast mijn villa waarbij de auto wel in de zon maar wel enigszins horizontaal staat (helt iets over naar rechts). Zolang je de weg maar rustig berijdt is er niets aan het handje. Aan het einde kom je op de rondweg rond Limenas. Een supermarkt is snel gevonden en ik sla flink wat spullen in. Ook voor het avondeten van vanavond want ik wil thuis eten. Ik koop een instant pasta schotel uit een Knorr-zakje, wat brood, feta en een flesje Retsina. Dat moet voldoende zijn om mij de avond door te helpen. Veel frisdrank, eieren en beleg voor het ontbijt maken het mandje overvol.

Thuis laad ik alles in de koelkast en ga wat zitten zappen voor de TV. Ondertussen koken de eieren en leg ik de verbale verslagen vast op de laptop. Ook de pasta wordt aan de kook gebracht en om 20:00 zit ik aan mijn diner. Dat is erg vroeg, maar ik had er gewoon zin in. Na het eten begint de Retsina en de vermoeidheid van de rit te tellen. Ik heb ook al geen siësta gehad en dat breekt mij nu op. Dus ga ik om 21:15 op mijn kingsize bed liggen en val snel in slaap. Twee uur later word ik wakker en begin wat aan het verslag te werken. Dat hou ik anderhalf uur vol en dan laten mijn luiken weer weten dat ze het genoeg vinden. Ik sluit de gordijnen en val in een heerlijke slaap vol luxe dromen¿
 

Dag 17 - Donderdag 17 Juni 2004

07:15 Ik word wakker en draai mij nog eens lekker om maar om 08:00 ben ik definitief wakker. Vandaag heb ik niets gepland behalve een was draaien. Want na twee weken zijn er genoeg kledingstukken om een wastrommel te kunnen vullen. Aangezien het nog niet zo warm is ga ik dat als eerste doen. Al snel staat de wasmachine te draaien. De vaatwasser heeft gisterenavond al staan draaien en deze mini wasser geeft een maxi geluid. Maar dat is enkel beneden in de grote kamer hoorbaar want ik heb boven weinig gehoord. Ondertussen wordt er druk aan het verslag gewerkt want ik heb een paar dagen achterstand. Die worden ingelopen onder het genot van muziekzenders via de satelliet.

De wasmachine heeft zijn werk gedaan en ik hang de was aan een droogrek wat ik buiten - in de schaduw - bij het zwembad zet. Zelfs de wasknijpers zitten nog in het plastik. Het begint al aardig warm te worden en dus is het tijd voor een eerste duik. Maar voordat ik dat kan doen moet ik eerst het zwembad 'debuggen', dus van ongedierte ontdoen. Want in de avond schijnen er twee lampen in het zwembad en die trekken vele motten en ander vliegend spul aan die in het water belanden. En ik - als zwembad eigenaar - mag ze er dus in de ochtend weer uit vissen. Maar met een vliegenmepper gaat dat toch redelijk snel en is het zwembad redelijk 'bug-free'. Daarna weid ik mijn aandacht weer aan het verslag en wordt de achterstand redelijk verkleind. Ondertussen komen er nog werklui die een gaasscherm bij de schuifpuien installeren. Hierdoor kun je lekker alles open zetten en toch geen last hebben van ongenode bezoekers.

Ik heb mij ondertussen ook weer eens aan een leesboek gezet (het is de vierde al) en ga om 15:00 op een ligstoel aan het zwembad liggen. Mijn huid maakt wat vitamine-D aan, mijn hoofd wat vitamine-V en mijn geest is druk bezig met de verhaallijn van het boek. Af en toe even een duik in het zwembad om de interne temperatuur wat naar normale waarden terug te brengen. Toch tempert er al wat bewolking de kracht van de zon. En dat wordt langzamerhand wel iets meer zonder dat het hinderlijk wordt. Ik ga dan ook om 16:00 met de auto even het dorp in. Tot aan de boulevard is het 2,4 km rijden. Daar parkeer ik de auto en loop wat door het centrum. Ik drink een frappee en koop een kaart van Thassos. Morgen - is de planning - ga ik wat van het eiland bekijken. Onderweg terug stop ik bij een supermarkt om de frisvoorraad aan te vullen. Met dit warme weer gaat dat een stuk sneller dan de afgelopen tijd. Maar al snel is de voorraad op peil gebracht en keer ik huiswaarts.

Daar staat Stelios op het balkon van zijn huis met zijn een-na-oudste zoon. Ik sta met hem even te praten en hij geeft mij al een paar tips over Thassos. Elsbeth komt thuis met de jongste - hun veertien maanden oude dochtertje - en de oudste. Ik word naar boven geroepen en help Elsbeth meteen met wat boodschappen die ook omhoog moeten. Onder het genot van een biertje vertelt Stelios nog wat meer over het eiland en geeft mij nog een aantal tips. Anderhalf jaar geleden woonden ze nog boven de taverna van zijn moeder. Dit stuk grond lag al een tijd te koop en op aandrang van Elsbeth kochten ze dit in plaats van wat ruimte in de stad. Nu hun huis en de villa's er staan ziet iedereen wat je er van kunt maken en is de grondprijs enorm gestegen. Wij zijn jaloers op elkaar, hij op mijn vakantie en ik op dit mooie plekje met uitzicht op de baai. Iets soortgelijks hebben vrienden van mij in Malia op Kreta. Ook daar een pracht van een huis met magnifiek uitzicht. Ik bedank hem voor de tips en het biertje en keer terug naar mijn villa. Daar zet ik deze laatste zinnen op elektronisch schrift en zal ze daarna op het internet plaatsen. Ik ga straks (ca 22:00) met de auto naar een gezellig uitziende taverna aan de haven. Dit keer geen fles Retsina bij het eten. Maar dan is het ook geen zweten bij thuiskomst (het is beide of niets).

Wordt vervolgd ¿

De taverna werd gevonden en op de menukaart stond Kontosouvli. Het lijkt op shoarma van varkensvlees maar is toch iets anders. Meer sappig, meer kruidig, meer mmjammie! Zo is het toch, Berry? Helaas, deelde de ober mee, dat hadden ze niet. Dan graag het lam uit de oven. Ook dat was niet beschikbaar. Doe dan 'maar' paidakia. Samen met een 'feta a la chef' en een choriatiki smaakte alles weer naar behoren. Of ik de retsina miste? Nee, niet echt. Ik heb geen alcohol nodig (hips).

Na terugkeer in mijn villa heb ik nog wat zitten zappen door de digitale kanalen en nog wat liggen lezen. Om 0:30 sloten mijn luiken voor een bezoek aan Hypnos.
 

Dag 18 - Vrijdag 18 Juni 2004

07:15 Ik word wakker van gedonder. En inderdaad, het was geen droom maar het onweert echt. Ook vallen er grote druppels naar beneden. Gelukkig niet in heel grote aantallen maar genoeg om alles even flink vochtig te krijgen. Er zit dus niets anders op dan binnen te blijven en de bui uit te zitten. Een ontbijt moet ik hier helaas zelf klaarmaken, dus zoveel luxe is er nou ook niet. Of begin ik deze weelde al gewoon te vinden? Ik betrap mij erop dat dit inderdaad het geval is. Het zal best lastig worden om straks weer naar 'normale' appartementen terug te moeten gaan. Maar ja, ik wil uiteindelijk wat meer van Griekenland zien en ga dus verder. Anders was ik hier wel gebleven en had een lening bij de bank aangevraagd.

Het wordt steeds lichter en de zon komt er af en toe al doorheen. Tegen elven is het zover opgeklaard dat ik de spullen pak voor een gedeeltelijke rondrit over het eiland. Om 11:18 wordt de motor gestart en zie ik 24°C en 10553km op de tellers staan. Ik ga eerst langs de westkust omdat Stelios mij heeft verzekerd dat die het mooist is en dat je vanuit die weg de mooiste bergdorpjes kunt benaderen. Ik merk al snel dat de wegen goed zijn aangelegd en dat het eiland niet heel groot is. Wat op de kaart nog een flink stuk lijkt, is in feite redelijk dicht bij elkaar. Ik kom al door een paar dorpjes zoals ik ze graag mag zien: klein, gemoedelijk en totaal verschillend van het vorige dorpje (hoewel veel mensen dat niet zo zien). Ik duik dan de bergen in op zoek naar het eerste bergdorp. Hoewel het woord 'berg' hier wel snel gebruikt wordt. De hoogste top van Thassos ligt op 1203 meter en de dorpjes liggen echt wel een stuk lager. Maar goed, voor Nederlandse begrippen zijn het echte bergen (waar ligt de grens eigenlijk tussen heuvel en berg?).

Ondertussen ben ik aan het begin van het dorpje aangekomen. De toeristen wordt verzocht op je auto hier neer te zetten en als je de weggetjes verder ziet gaan doe je dat al snel. Want het gaat stijl omhoog en is zo smal dat bijna alle auto's van de bewoners wel een 'sportstreep' aan de zijkant van hun auto hebben. Ik wandel op het gemak door de straten en steegjes. Flink klimmen en langzaam dalen. Alles staat door elkaar en niets is hetzelfde. Naast een nieuw huis wat strak in het pleisterwerk zit, staat gewoon een ruïne. Gelukkig hebben zie hier niet zoiets als een schoonheidscommissie. Dit brengt tenminste leven in een dorp. Het waait lekker en de temperatuur is niet hoog. Ideaal om zo door een dorpje te klauteren. Ik beland op een terrasje waar ik de onvermijdelijke frappee bestel.

Na een rustpauze loop ik weer richting auto en dan gaat mijn mobiel. Het is Apostolis die benieuwd was waar ik uithing. Hij kan het verslag niet lezen en dus probeert hij via de telefoon op de hoogte van mijn rondreis te blijven. Ik vertel hem het een en ander en ik hoor van hem dat het in Parga nog steeds wisselvallig weer is. De aantallen toeristen vallen niet tegen, maar het is wel rustig. Hij zat zich te vervelen in de receptie en dacht, ik bel die rondreizende Yiannis weer eens. Ik laat hem iedereen de groeten doen en wens hem veel goed weer toe. Daarna stap ik in de auto en rij terug naar de kust. Ik vervolg daar de kustweg totdat ik weer een afslag naar de binnenlanden krijg. Dat zijn er niet zoveel want de meeste dorpen liggen aan de kust. Deze kant van het eiland stijgt geleidelijk uit zee op. Het is overal wel groen en er is veel landbouw.

Onderweg naar het volgende bergdorp stop ik bij een taverna voor een lunch. Een choriatiki ke patates is voldoende om weer wat energie te geven. Terwijl ik dat zit te eten komt er een grote kraanwagen langs met daarachter een oplegger met een heuse goederenwagon. Zo een die op spoorrails hoort te staan. Ik kijk nog eens op de kaart, maar er is op het hele eiland geen spoorrails te ontdekken. Waar ze gebleven zijn heb ik ook niet kunnen ontdekken want toen ik vertrok was het al een stukje later.

Het volgende bergdorpje is Maries. Vergeleken met Prinos is het wat minder apart, maar het blijft mooi om een dorpspleintje op te rijden wat bevolkt wordt door oude mannetjes. Ik vind het dan wel genoeg voor vandaag en stuur weer richting huis. Via de kustweg gaat dat snel en binnen 45 minuten sta ik weer voor mijn villa. Het is dan 15:15 en tijd om het zwembad te ontdoen van ongewenste zwemmers en er zelf in te gaan liggen. Of er weer uit te klimmen en op een van de ligbedden een boek te gaan liggen lezen. Kortom, ontspanning, rust, inspanning, dobberen en relaxen. Wat wil je eigenlijk nog meer?

Nadat de zon zijn daling heeft ingezet verlaat ik het zwembad en ga naar binnen. Op veler verzoek moeten er wat foto's geplaatst worden en ik ga een poging wagen. Omdat ik toch weinig trek heb, hou ik het avondeten bij een simpel broodje ei en smeerkaas-met-sambal. Zodoende schiet het aardig op met het fotoalbum. Ik moest nog wel wat software installeren want het meeste stond wel op de laptop die nu voor stuk achter in de auto ligt. De avond verstrijkt snel en voor dat ik het wist was het iets voor twaalven. Om 0:00 (ondanks dat het de Griekse tijd is) wordt mijn zusje jarig. En dus zend ik precies op tijd een SMS aan mijn allerliefste zusje. Doordat ik ook antwoord erop krijg, weet ik zeker dat hij aangekomen is en ik was inderdaad de eerste die haar feliciteerde. Nadat ik nog wat zaken van de laptop heb veiliggesteld vind ik het welletjes en om 0:45 sluit ik mijn luiken.
 

Dag 19 - Zaterdag 19 Juni 2004

09:05 Hypnos laat mij gaan na een heerlijke nachtrust. Het zonnetje schijnt en er zijn slechts een paar wolkjes. Dat beloofd een goede dag te worden. Tijd voor de tweede rit rond het eiland. Na wat koffie en een broodje is het dan om 10:06 zover en met 25,5°C en 10656km op de tellers vertrek ik naar de oostkust. Die begint meteen ruig met hoge rotsen vanuit zee, veel hoge bomen en twee marmerafgravingen. Overal zie je marmeren rotsblokken liggen en op twee plaatsen is reeds een halve berg weggevreten. De vrachtwagens rijden afgeladen de veerboot op en brengen het marmer naar het vaste land. Daarna begint het toeristische gedeelte van Thassos. Er zijn een aantal baaien waar zich veel toeristen ophouden. Het wordt nu ook wat drukker op de weg en het is oppassen met de oudere Engelse echtparen die zich nu ineens in het verkeer begeven. Gelukkig is het niet de jonge generatie dus zijn ze niet roekeloos of rijden ze hard (soms zelfs iets te langzaam).

Ik mijd de echte kustplaatsen en blijf op de hoger gelegen kustweg rijden. Dan wordt het weer echt een kliffenkust en slinger je van de ene baai naar de andere. Een klooster wat lijkt vastgeplakt aan de rotswand is de enige vorm van bewoning die ik een tijd lang zie. Dan kom ik op de zuidpunt aan en komen er weer een paar dorpen in zicht. Ik stop bij een van die dorpen voor een fles frisdrank. Ik loop er wat rond, hoor veel Engelsen en zie dan ook nog een appartement van SudTours. Ik ben in de plaats Potos, maar omdat ik de SudTours gids niet meer heb, kan ik er geen beschrijving van opzoeken.

Na deze stop gaat de rit verder en verlaat ik de kustweg voor een uitstapje de binnenlanden in. Het dorpje Theologos ligt namelijk in een dal wat het binnenland in loopt. Het is een rustig dorpje en ik rij de smalle straatjes door. Ze worden echter steeds smaller maar er is weinig verkeer dus dat is geen probleem. Dan verlaat de weg het dorp en gaat over in een landweggetje. Daar houd het dan voor mij op en ik keer de auto bij een parkeerhaven. De weg terug is er een met meer obstakels. Er is nu wat tegengesteld verkeer (nee, het was geen eenrichtingsweg) en dus is het wat steken, schuiven, passen en meten. Maar ik bereik ongeschonden weer de bredere straten en ga het dorp weer uit. Er loopt ook nog een brede weg bovenlangs het dorp. Als ik die insla kom ik eerst langs een bruiloft. Alle gasten staan bij een huis opgesteld en ik zie de bruid naar buiten komen. Ik rij door en merk dat deze weg ook aan het eind van het dorp ophoudt weg te zijn. Ik keer en als ik langs het 'bruiloftshuis' kom zie ik ze net - als in een processie - het dorp in lopen.

Ik keer terug naar de kustweg en vervolg deze. Door Limenaria heen (wat net iets kleiner is dan de hoofdstad) en dan kom ik op het bekende stuk weg want ik zie de afslag naar Maries. Er verschijnen af en toe donkere wolken bij de bergen en ik besluit mijn rondje rond de kerk, sorry ik bedoel eiland, af te maken en rij terug naar de villa. Voordat ik dat laatste doe stop ik in het centrum van Thassos stad voor wat oordruppels en geld pinnen. Oordruppels omdat ik deze vergeten ben uit Nederland mee te nemen en ik met al dat gezwem geen zin heb in een oorontsteking. De apotheek heeft een prima middel en zolang ik de oren maar schoon hou mag er niets gebeuren. Als ik terugkom bij de villa loop ik Stelios tegen het lijf. Hij bevestigd een eerder gemaakte afspraak, namelijk dat ik mee mag met hun om in een taverna met wat andere vrienden naar de wedstrijd Nederland - Tsjechië te gaan kijken. Nou is voetbal niet mijn grootste passie - en dat is een understatement - maar met een aantal mensen erbij en wat voedsel wordt het wel een stuk aangenamer. Hij komt mij wel ophalen zo rond 21:15.

Ik breng het heetst van de dag door in de villa. Het fotoalbum is nu zo gelukt dat ik - mits ik een internetcafé kan vinden - jullie van foto's kan laten genieten. Een update via het mobieltje zou mij ¿41 gaan kosten en dat heb ik niet voor jullie over. Neem de knoppenbalk aan je linkerkant en ga naar het begin ('Homepage'). Via 'Foto Album' en 'Rondreis 2004' kom je dan bij twee albums terecht. Veel kijkplezier! De rest van de middag word in en rond het zwembad doorgebracht. Ik zie Elsbeth druk bezig met de laatste villa's want het duurt nu niet lang meer alvorens de eerste gasten gaan verschijnen. De zon zakt alweer naar beneden als ik naar binnen ga en met een douche probeer het chloor uit mijn haren te wassen. Veel zin heeft dat niet want ook het drinkwater heeft hier wel wat chloor in zich. Niet irritant veel maar je ruikt het en je haar blijft wat aan de ruwe kant (maar oh, wat wordt ik er blond van).

Iets later dan afgesproken komt Stelios mij halen en we rijden in zijn Jeep Thassos door. In het meest oostelijke gedeelte - daar was ik nog niet geweest - ligt een taverna van familie van hem. Daar staat al een TV opgesteld en afgestemd op ERT-1. Griekse commentaar maar bij belangrijke zaken vertaalt Stelios het voor mij. De vrienden zijn een echtpaar die peetoom/tante zijn van de kinderen. De man is op Kreta geboren (Sitea) en al snel hebben we het over Kreta en mijn rondreis. Maar dan begint de wedstrijd en alvorens Elsbeth er is, staat het al 2-1 voor Nederland. Het eten is verrukkelijk. Flinke salades vooraf en een grote vleesschotel als hoogtepunt. Wat er in de wedstrijd gebeurde hoef ik jullie waarschijnlijk niet te vertellen. Een onterechte rode kaart en een 3-2 verlies is niet iets om vrolijk van te worden. Elsbeth is redelijk fanatiek en bewijst dat ze het vloeken in het Nederlands nog niet verleerd is. Ondertussen zitten we vrolijk aan de 3e fles witte wijn (een heerlijk jonge) en zit Stelios zich een ongeluk te krabben. Er zijn behoorlijk veel muggen en ze moeten vooral hem hebben. Er worden overal middeltjes vandaan gehaald maar als je eenmaal gaat krabben wordt het enkel erger. Ik had mij goed voorbereidt en mij van tevoren flink ingesmeerd.

Na de wedstrijd hebben we ook het fruit op en begeven we ons huiswaarts. Ik word bij de villa afgezet en Stelios moet zijn moeder - die oppas was - naar huis brengen. Hij nodigt mij voor morgenavond weer uit. Nu Rusland tegen Griekenland. Ik vind het gezellig en ga graag op die uitnodiging in. Voor nu is het welletjes want de wijn laat zich gelden. Om 0:15 sluit ik meteen mijn luiken.
 

Dag 20 - Zondag 20 Juni 2004

08:15 Mijn luiken gaan vanzelf open en ik zie de zon al binnenkomen. Vandaag wordt een rustige dag. Geen rit, wel wat andere zaken die ik moet regelen. Een daarvan is de update van de site inclusief foto's. Een ander is het alvast wat inpakken van wat spullen. Morgen verlaat ik Thassos en ga naar Chalkidiki. Stelios gaat mij hierover nog wat info geven. Dus zit ik nu het verslag bij te werken zodat jullie ook in tekstueel opzicht niet vergeten worden.

De rest is toekomstige tijd, dus: wordt vervolgd¿

Ik rij om 11:30 weg richting Thassos-stad, op zoek naar een internetcafé waar ik de foto's online kan zetten. Onderweg zie ik de zwarte Jeep van Stelios bij het kantoor staan. Ik besluit even bij hem langs te gaan, misschien weet hij wel waar ik een internetcafé kan vinden. We zitten even met elkaar te praten als het internet ter sprake komt. Ik kan bij hem op het kantoor van een computer gebruik maken. Hij moet weg om wat zaken te regelen, maar ik kan rustig doorwerken en doen wat ik moet doen. Aldus kan ik met een redelijk snelle verbinding de site bijwerken en jullie van de broodnodige foto's voorzien. Ik hoop dat jullie ze al bekeken hebben. Ook heb ik nu de kans om diverse mailtjes te beantwoorden en diverse zaken te controleren. Als ik daar net mee klaar ben komt er een schuchtere secretaresse aan mij vragen of ik nog lang bezig ben. Want normaal kan ze de zaak om 12:30 sluiten, maar ik zit er nog. Ik vertel haar dat ik klaar ben maar zij blijft het voelen alsof zij mij wegstuurt.

Ik ga terug naar het appartement en zie dat er druk aan mijn gazon wordt gewerkt. Ze maaien, geven water en poetsen de stenen. Ik ga daar niet naar zitten kijken en duik weer de warme auto in en rij naar het centrum. Daar loop ik wat rond en zie een zaakje wat loukoumades verkoopt. Samen met een frappee zit ik die heerlijk op te eten en ondertussen een aantal familieleden in Nederland via sms jaloers te maken. Volgens mij lukt dat aardig. Ik loop nog wat rond maar ga dan weer terug naar de villa. Vandaag is mijn laatste dag met eigen zwembad en daar moet ik natuurlijk wel gebruik van maken. Dat doe ik dus ook en met een flinke plons beland ik in het lekkere water. Dan weer op de kant opdrogen en lezen. Ik blijf dit doen totdat de zon echt achter de heuveltop verdwenen is. Gerimpeld maar gelukkig duik ik onder een lekkere douche om daarmee de avond in te luiden.

Ik ben weer door Stelios uitgenodigd om een wedstrijd mee te komen kijken. Ditmaal zijn het de Grieken en die moeten tegen Rusland. Aangezien hij zelf eerst andere verplichtingen heeft, zie ik hem bij de taverna. Ik kan daar met de auto heengaan en dan niet kunnen drinken. Of ik ga de 4 kilometer lopen en zie wel hoe ik thuis kom. De heenreis gaat heuvel af en loopt dus wel makkelijk. Ik kies voor het lopen omdat ik om 20:30 toch helemaal gereed ben voor de avond en anders de tijd moet gaan zitten doden. Ik loop dus op mijn gemak naar beneden en zie veel meer dingen dan ik ooit met de auto gezien heb. Er staan overal zeer mooie huizen, dus de inwoners hebben het - financieel gezien - niet slecht. Ik zie ook in de berm diverse stukken marmer liggen. Duidelijk van de vrachtwagens af gevallen. Ik onthoud een plek en hoop dat ik daar morgen bij vertrek nog aan denk. Stelios is niet op kantoor, zie ik als ik langsloop. Dus ook de rest van het traject wordt lopend afgelegd. Langs de haven, de boulevard, de kermis en het baaitje naar het strand. Er is genoeg te zien dus ik wandel ongezien de kilometers weg.

Om 21:15 kom ik bij de taverna aan en ontdek dat Stelios daar al zit. Hij zit met een man zijn rekeningen door de vlooien en er moet betaald worden. Ik mag erbij komen zitten en krijg alvast een Mythos voor mijn neus. Even later schuift er ook een echtpaar aan wat geen Engels spreekt maar wel op de Peloponissos is geboren (in een of ander klein gehucht bij Olympia). Of ik in het Grieks maar even met die mensen wil gaan praten, zegt Stelios, dan kan hij de laatste puntjes op de i zetten. Het blijft steken bij wat kleine uitwisselingen en de rest van de tijd kijken we TV. Stelios is klaar voordat de wedstrijd begint en er schuiven nog een paar mensen aan waaronder mijn naamgenoot (Yiannis) die er gisteren ook al bij was. Helaas kan Elsbeth er niet bij zijn want zijn moeder wil ook de wedstrijd zien en er is niemand anders als oppas.

Het wordt een vermakelijke avond. Al snel staan de Grieken achter met 2-0 en staan de Grieken als volleerd stuurlui vanaf de wal te roepen hoe het wel moet. Ondertussen is de moeder van Stelios ook aangeschoven en ik weet van wie Stelios zijn lachje heeft. Er vertrekt een echtpaar waarvan de vrouw een wit smeersel op haar bovenlip heeft. Moeders ziet dat, wacht tot ze buiten gehoorafstand zijn en begint er over te praten. Ik maak duidelijk met mijn biertje dat de vrouw wat bierschuim op haar lip heeft. Grote hilariteit en ik kan bij moeders niet meer stuk. Het eten bestaat uit diverse soorten vis, maar Stelios heeft voor mij een souvlaki besteld. Dat is wat beter, is mijn mening als nou-niet-echt-grote-vis-liefhebber.

Als ik even op mijn eten geconcentreerd ben schrik ik mij een olijf als de hele bende overeind springt. De Grieken hebben een goal gemaakt en de taverna wordt bijna rond gehost. De vreugde wordt alleen maar groter als blijkt dat ze dankzij dat doelpunt de Spanjaarden voorbij zijn en dus een ronde verder komen. Voor het eerst in - naar het schijnt - zeer lange tijd. Dus rijdt er een groepje jongeren met vlaggen rond en wordt er nog maar een flesje Mythos geofferd. Ik kan met Stelios mee naar huis en ook daar helpt hij mij mee. Van betaling voor het eten wil hij niets weten. Ik bedank hem heel hartelijk voor de afgelopen maaltijden en het gezelschap. Ik kan het vanaf het eerste moment al goed met hem vinden en volgens mij is dat wederzijds. We wensen elkaar kalinichta en gaan naar - ieder zijn eigen - bed. Om 0:15 sluiten mijn luiken.
 

Dag 21 - Maandag 21 Juni 2004

07:00 De wekker haalt mij bij Hypnos vandaan en ik begin meteen met de spullen in te pakken. Het is onbewolkt en het beloofd een warme dag te worden. Dat merk ik als ik de auto achteruit de helling op rijd richting mijn voordeur. De spullen vinden allemaal weer hun plaatsje en ik kan daarna het ontstane zweet met een laatste luxe douche wegspoelen. Het ontbijt bestaat uit espresso en een prefab croissant met chocolade. Met wat weemoed kijk ik een laatste keer naar alle luxe en doe dan de deur op slot. En afgesloten is een periode van heerlijke luxe en ik loop naar het huis van Elsbeth en Stelios.

Ik ontmoet Stelios al beneden want die staat wat werklui instructies te geven. Hij neemt mij mee naar boven en samen drinken we een kop koffie op het balkon met uitzicht op de stad. De eerste veerboten varen al af en aan terwijl Stelios mij wat tips geeft voor mijn volgende stop, Chakidiki. Ondertussen zijn Elsbeth en de kinderen ook verschenen en moet Stelios de oudste naar school brengen. Ik neem afscheid van hem en bedank hem nogmaals voor de goede dagen. Dan blijf ik achter met Elsbeth en wij schakelen over in het Nederlands. Ik doe de betaling en geef haar nog een paar puntjes mee aangaande de villa. Geen grote zaken, maar kleinigheden. Als ze vraagt waar ik in Nederland woon komt de grote verrassing. Ze komt zelf ook uit Meppel! Haar ouders wonen hemelsbreed ongeveer 200 meter van mij vandaan! Hoe klein kan de wereld zijn. We zitten dus ineens over Meppel te praten en over de stap die zij 4,5 jaar geleden naar Thassos zette. In de wintermaanden gaan ze zeker naar Nederland en ik laat mijn adres en telefoonnummer achter. Ze zijn van harte welkom. Ook laat ik het adres van deze site achter, maar ik ben benieuwd of ze alles gaat zitten lezen. Met drie kinderen en zes villa's heb je wel wat anders te doen. Maar misschien in de wintertijd dat ze dan wat tijd kan vinden om het hele verhaal te lezen.

Dan is het voor mij tijd geworden om op te stappen. Er vertrekken om 09:45 en 10:00 twee veerboten en een van de twee wil ik gaan nemen. Ik neem afscheid van Elsbeth en stap in de auto. Met 24,5°C en 10813km op de tellers rij ik naar de veerboten toe. Onderweg herinner ik mij het stuk marmer en snel wordt het opgepikt en meegenomen. Toch een mooi aandenken van Thassos. Ik kom bij de veerboten in de haven aan. De eerste is al redelijk volgeladen en ik kijk naar de verkoophokjes. Het hokje van de veerboot van 10:00 is verdacht leeg. Ik kijk nog eens goed op het papier en dan blijkt dat die enkel in juli en augustus op die tijd vertrekt. Dus loop ik snel naar het andere hokje en koop een kaartje. Ik moet opschieten volgens de dame want de boot gaat vertrekken. Ze zijn inderdaad al bezig met de klep als ik de wagen erop rij. Het voordeel is wel dat ik zelf de plaats mag bepalen en dat hij niet ingeklemd komt te staan. Ik pak wat spullen en loop naar de trap naar boven als we al wegvaren. Dan word ik toegeroepen in het Nederlands met 'herken je mij niet meer?'. Het blijkt de vrouw te zijn die mij het nummer van het Olympia kantoor heeft gegeven bij aankomst in Thassos. Ik was haar in de stad al eens tegengekomen nadat ik de villa had bemachtigd en had haar bedankt voor het telefoonnummer. Ze is nu op weg naar het vliegveld en wil aan de overkant een taxi nemen. Ik zeg haar dat ik haar wel wil brengen omdat ik toch langs het vliegveld kom. En als bedankje voor het telefoonnummer - en vooral de zaken die dat heeft opgeleverd - is dat toch het minste wat ik kan doen. Ze neemt het dankbaar aan en we lopen naar een van de bovendekken.

Bij aankomst in de haven zal ik op haar wachten en ik loop naar een dek waar ik de meevliegende meeuwen eens goed kan filmen. Ik heb de camera nu wel mee en schiet - naar ik hoop - wat mooie plaatjes. Ik kom daar ook twee Brabantse koppels tegen die in een andere villa zaten. Zij gaan een dagje naar de vaste wal, maar blijven nog een week in de villa. Ik wens ze een goede vakantie want ik moet alweer naar de auto. De haven van Keramoti komt in zicht en ik moet de bijrijders plaats nog enigszins ontruimen. Het duurt nog even voor dat we aanmeren omdat er een andere veerboot op de plek ligt en nog niet wil vertrekken. Ondertussen heeft mijn liftster zich gemeld en haar grote rugzak past nog prima op de achterbank. Om 10:23 kom we in de haven aan en even later bij het benzinestation waar ik ook op de heenweg heb getankt. Ik laat de tank weer volgooien (dat mag je niet zelf doen) en vervolg dan de weg naar het vliegveld. Ik ben nog steeds voor de bussen uit want het was op de boot duidelijk dat er een Nederlandse vlucht gaat vertrekken. Ik heb op het hele eiland nog bijna geen Nederlanders gezien en op de boot stikte het ervan. Ik wens haar een goede vlucht en rij dan door richting de snelweg.

Daar gaat het met een lekker vaartje richting en voorbij Kavala. Daar wordt hij weer een tweebaans met vluchtstroken en ook hier gaat het lekker door. Dat wordt anders als ik de 'afslag' richting Chalkidiki neem. Dan slingert de weg zich langs de rotskust en door de bergen in het binnenland en gaat het tempo eruit. Om 13:20 bereik ik Ouranoupoli en dat is de plaats waar vanuit de boten langs 'Mount Athos' varen. Het is de linker vinger van Chalkidiki (dat bestaat uit drie vingers en het midden gedeelte van een hand) en is vanaf net achter deze plaats, Ouranoupoli, tot aan de vingertip verboden gebied. Het is een autonome staat binnen Griekenland waar monniken de scepter zwaaien. Er zijn veel kloosters die dus enkel vanaf zee te bekijken zijn. Het gebied is verboden voor vrouwen en er krijgen dagelijks maar 14 mannen de kans om gast te zijn in dit monniken bolwerk. Ik heb de tip van Stelios gekregen en ook een kantoortje waar ik mij moet melden en vragen naar Pari. Ik vind haar en doe haar de groeten van Stelios. Ik maak haar duidelijk dat ik voor woensdag wil boeken en ze schrijft dat in haar agenda. Het is geen probleem als ik er woensdag maar voor 09:45 ben.

Ik rij weer Ouranoupoli uit en ga richting de middelvinger. Die is minder toeristisch en meer Grieks. Na vele slingerwegen en een verkeerde afslag heb ik dan toch de juiste weg - de vinger op - gevonden. Sarti schijnt een mooie plaats te zijn, maar als ik de wegen zie vind ik die te ver de vinger in gaan. Je moet die weg iedere keer terug als je ergens heen wilt rijden. Dus zoek ik het hogerop de vinger. Een andere - mij aangeraden - plaats is Vourvourou. Het blijkt een lang gerekte plaats langs de kust zonder echt centrum te zijn. Het is niet echt wat ik voor ogen heb en ik rij terug de vinger uit. Daar ligt een plaatsje wat - net als vele in Griekenland - Agios Nikolaos heet. Het is wel een leuk dorpje met een leuk pleintje maar het ontbreekt aan kamers. Tenminste, in de nauwe straatjes die ik allemaal heb door gereden ben ik geen enkel bord tegengekomen. Teleurgesteld verlaat ik ook dit dorp. Net aan het begin van de vinger is een kleine haven genaamd Ormos Ammouda. Daar vind ik uiteindelijk - rond de haven - wat taverna's, hotels en kamers. Ik kies er een uit boven een supermarkt met uitzicht op de haven en met airco. Als ik in de supermarkt navraag doe blijk ik met de zoon te praten. Moeders houdt siësta (het is nu 15:20) en mij wordt gevraagd om over een uurtje terug te komen.

Ik loop wat langs de haven en merk dat het toch wel een heel klein gehucht is. Maar toch, het is een ideale uitvalsbasis naar alle kanten. Ik besluit voor 3 nachten te gaan en ga bij een taverna zitten voor een verlate lunch. Ik blijk bij een Duitse-Griek of een Griekse-Duitser terecht te zijn gekomen. Hij heeft Griekse ouders maar is geboren in Frankfurt. Ineens zit ik Duits te praten en na 3 weken Engels valt dat niet mee. Ik neem een choriatiki en zit met hem te praten over Amsterdam, de euro en het duurder worden van alles. We zitten prijzen te vergelijken en vragen ons af waar het naartoe moet. Hij heeft een doem scenario, want volgens hem krijgen we langzamerhand een crisis en het verleden heeft bewezen dat er dan altijd een oorlog volgt. Hij hoopt dat de geschiedenis zich dit keer niet zal herhalen en ik kan daar enkel volledig mee instemmen. Er komen een aantal schepen terug van cruises en die droppen vele toeristen die zich naar de klaar staande bussen spoedden.

Ondertussen is het zo laat geworden dat moeders wel wakker moet zijn. Ik loop er naar toe en wordt door de zoon naar moeders geleidt. Die spreekt enkel Grieks maar met mijn weinige woordjes en wat gebaren komen we een eind. Ik kan een kamer krijgen voor ¿20 per nacht. Voor ¿5 extra gaat de airco draaien (tenminste, ik krijg dan de afstandbediening waardoor ik hem kan laten draaien). Het is heel wat anders dan de villa! Het is klein, oud maar wel redelijk schoon. Ik heb de keuze tussen een slaapkamer met twee persoonsbed of het eenpersoonsbed in de 'woonkamer/keuken'. Maar daar hangt wel de airco. Aangezien het nu goed heet is maak ik moeders duidelijk dat mijn keuze het eenpersoonsbed is en dat ik de kamer neem. Zij gaat lakens halen en ik bekijk de badkamer nog eens goed. Douche met boiler zonder gordijn en er vlak naast staat de toiletpot. Wat een verschil met vanochtend. Het dringt nog maar langzaam tot mij door. Als moeders het bed heeft opgemaakt en mij alleen in de kamer heeft achtergelaten dringt de twijfel door. Had ik toch niet beter een andere kamer zonder airco kunnen nemen of nog even verder kunnen rijden? Enfin, ik heb 'a' gezegd en nadat ik de boiler heb aangezet zeg ik ook maar 'b'. Financieel gezien zit ik goed. Voor drie dagen ben ik evenveel kwijt als een dag in de villa. Ik haal wat spullen uit de auto en haal wat frisdrank uit de supermarkt (voordeel: die is niet ver weg). De boiler is klaar en ik kan een douche nemen. Ik verander daarmee de badkamer in een waterpaleis maar reinig wel meteen de toiletpot (alles positief bekijken).

Met de airco aan en de warmte is de handel even later toch alweer opgedroogd en lig ik op bed TV te kijken. Om 21:00 wandel ik wat langs de taverna's en kies toch de Duitse-Griek weer uit. Terwijl ik naar Engeland-Kroatie zit te kijken (dat grote scherm is niet over het hoofd te zien), eet ik een schnitzel en een saganaki. Het wordt 4-2 voor de Engelsen. Toch zal het wel weer onrustig worden in Portugal want ze schijnen zich aardig te misdragen. Voor de grap wordt door het Griekse commentaar uitgerekend hoeveel bier er doorheen gaat, er vanuit gaand dat er gemiddeld 15 biertjes door een Engelsman naar binnen worden gekegeld. Om 23:30 loop ik naar mijn kamer en kort daarop sluit ik alle luiken.
 

Dag 22 - Dinsdag 22 Juni 2004

07:00 De wekker gaat alweer zo vroeg. Waarom? Omdat de plannen tijdens de vorige avond toch iets gewijzigd zijn. De plaats is toch minder geschikt voor een wat langer verblijf. Dus ga ik vandaag naar de kloosters kijken, slaap vanavond nog hier en vertrek morgen naar een andere stek. De zon schijnt al goed naar binnen als ik de luiken heb geopend en ik kook wat water voor de espresso. Het brood is snel gesmeerd en gaat even gesmeerd naar binnen, met de koffie. Zodoende zit ik om 07:46 in de auto en kijk naar de 21°C en 11116km op de tellers. Ik heb er gisteren ongeveer 1 uur over gedaan over de rit van Ouranoupoli naar het begin van de middenvinger. Ik wil er wat bijtijds zijn omdat ik zeker wil zijn van een plaatsje op de boot (anders zou ik toch 3 nachten moeten blijven).

Het is rustig op de weg en ik rij achter een Griek aan die de weg goed blijkt te kennen. Door hem te volgen ga ik snel maar goed door alle bochten in het traject en leg de afstand nu in ongeveer 45 minuten af. Ik zoek een parkeerplekje en ga naar het reiskantoortje. Daar zit Pari al en ik vertel haar dat de plannen zijn gewijzigd. Het is geen probleem en voor ¿15 ben ik verzekerd van een plekje op de boot. Omdat ik nu tijd over heb zit ik wat met haar te praten. Ze is moeder van twee dochters en we hebben het over de toeristen uit de diverse landen. Nederlanders zijn nette mensen die goed hun talen spreken. Engelsen zijn wat apart. De ouderen - en die komen hier het meest voor - zijn beschaafd en rustig. De jongeren zijn rumoerig en vaak dronken. Ik kwam er net een tegen die over de weg zwalkte terwijl ik naar een parkeerplaats zocht. Toch zijn volgens haar de Fransen het ergst. Met hun neus in de hoogte weigeren ze iets anders dan Frans te praten. Zij kent enkel Grieks, Engels en een paar woorden Duits. Toch vertikken de Fransozen het om wat Engels te gebruiken. Er komen wat toeristen binnen druppelen en ik maak mij zorgen of hij met zo weinig mensen wel vaart. Pari maakt mij duidelijk dat er nog meer mensen komen en dat ik mijn boottocht ga krijgen.

Ik neem afscheid van haar en loop om 09:30 naar de boot. Daar ben ik de eerste die aan boord ga. Ik bestel een frappee en een water en krijg met een Griek te maken die 6 jaar in België heeft gewoond en dus een woordje Vlaams kan praten. Ik sta nergens meer van te kijken. Boven op het dek zoek ik het beste plekje op. Linksvoor, eerste rij, net achter de stuurhut. Zodoende zit ik op de heenreis vooraan als het om kloosters kijken gaat. Wel kom ik in de zon te zitten, dus smeer ik mij goed in. Want met de wind erbij (het waait iets maar je krijgt ook 'vaarwind') verbrandt je voordat je er erg in hebt. Langzaam loopt het nu vol. Een groep Fransozen met hun gids - die bij Pari betaalde en ook goed Grieks kan praten - komen de boot op en zoeken al kwekkend een plekje. Een Duits sprekende oma, moeder en twee kinderen zoeken de bank tegen de stuurhut op. En dan ontploft er een Grieks bejaardentehuis op de boot. Flink veel kabaal, de oudjes hebben blijkbaar een dagje uit. Een oude man komt naast mij op een stoel zitten. Als iedereen een plekje heeft gaan de trossen los en om 10:10 vaart de boot weg.

We krijgen allemaal een kaart met daarop de vinger en de diverse kloosters. En uit de speaker komt een welkomst woord in het Grieks, Duits en Engels. De Franse gids loopt naar de stuurhut en begint daarna in het Frans alles nog eens over te doen. Het duurt 45 minuten voordat we de eerste echte kloosters in zicht krijgen. Daarvoor zijn er al wel wat gebouwen aan de kust waargenomen en die worden al driftig gefilmd en gefotografeerd. We blijven minimaal 500 meter uit de kust want ook dat stuk hoort bij de monnikenstaat en er mogen nou eenmaal geen vrouwen in het gebied komen. Toch wordt de afstand niet strikt gehandhaafd want als we de eerste kloosters naderen zijn we minder dan 500 meter van de kust. Ik moet flink inzoomen wil ik ze goed in beeld krijgen. Een voor een glijden ze langs en bij elk krijgen we een beschrijving - in de eerder genoemde talen - van het aantal aanwezige monniken en de rijkdommen (boeken, iconen, etc). Er moeten ongeveer 2000 monniken op het schiereiland zitten, maar als ik de aantallen van de 10 kloosters die wij te zien krijgen bij elkaar optel kom ik maar aan de 570 monniken. Aan de andere kant van het schiereiland zijn ook nog 10 kloosters en er zijn nog ontelbare kleine gebouwen of zelfs hutten en grotten waar monniken in totale afzondering verblijven.

Na het tiende klooster worden we tegemoet gevaren door een driemaster - zonder zeilen - die ik in de haven van mijn verblijfplaats heb zien liggen. Die doet een hele dag over de rondvaart en blijft ook een paar uur in Ouranoupoli liggen. Ik vond dat te lang op een boot en vandaar dat ik toch met de auto ben gegaan. De man van de supermarkt had mij vanochtend op deze mogelijkheid gewezen. Onze boot keert ook - we varen nu anderhalf uur - en vaart achter de driemaster aan. Ik zie nu ook een beste formatie cumulonimbus (aambeeldvorm waaruit buien en vaak ook onweer komt). Die hangt boven de bergen in het middengedeelte van Chalkidiki en komt snel de kant van de vingers op. De zon begint terrein te verliezen en het wordt frisser. Zo fris zelfs dat ik vlak voordat we weer in de haven zijn zelfs kippenvel op mijn armen krijg. We houden het nog droog hoewel ik wel af en toe een druppel voel.

Met de hele kudde loop ik Ouranoupoli door. Ik wil een kaart van Chalkidiki bemachtigen en wat flappen tappen. Dat lukt beide en onderweg zie ik dat de auto er nog goed bij staat. Ik besluit een snelle snack in de vorm van een tosti te nemen. Dan begint het wat te spetteren en ga ik richting auto. Ik vertrek om 14:20 op weg naar 'huis'. Net buiten de plaats is het weer tijd voor een tankbeurt. Je legt toch wel wat kilometers af en de auto gebruikt nou eenmaal brandstof (liep hij maar op water). De rit terug gaat toch wat langzamer. Ik volg nu geen Griek en dat komt meer omdat het ondertussen wat is gaan regenen en ik op natte Griekse wegen extra op mijn hoede ben. Ik laat ze dus mooi passeren en hun weg met flinke vaart vervolgen.

Ik kom om 15:35 aan op de thuisbasis en zie moeders lopen in de supermarkt van zoonlief. Ik vertel haar dat ik maar twee nachten blijf en reken meteen met haar af. Daarna ga ik naar de kamer en zet de boiler aan. Die is al snel op temperatuur en ik kan de zonnebrandolie met het zilte zout, wat op mijn huid vast zit, afspoelen. Daarna is het tijd voor een siësta en ik sluit voor twee uur mijn ogen. Ik word wakker van wat klapperende deuren. Er staat een flinke wind en ik zie een donkere lucht dreigend op mij afkomen. Als ik aan het verslag bezig ben begint het dan ook even goed te regenen en wat te donderen. Toch is dat binnen een uur voorbij en je ziet de straten opdrogen. De wind staat er echter nog en brengt de terugkerende driemaster in de problemen. Het aanmeren lukt niet waardoor hij opnieuw een poging moet doen nadat het anker op een andere plaats is neergelegd. Ik geef het je te doen om met een sterke zijwind zo groot schip aan een piepkleine aanlegsteiger te manoeuvreren. Toch lukt het ze en ik hoor vanaf mijn balkon het vele geschreeuw wat heen en weer gaat tussen achterplecht en stuurhut. De toeristen worden veilig aan wal gezet en lopen weer naar de bussen.

Ik ga verder met het verslag en pas om 22:00 ben ik zover. Ik wilde vanavond toch al niet uitgebreid gaan eten, dus ga zo een pitta gyros scoren in een tentje naast de supermarkt. Op tijd naar bed en morgen bijtijds op pad. Ik wil de middelvinger - Sithonia genaamd - rond. Misschien dat ik daar toch nog een leuk dorpje vind en anders ga ik door naar de toeristische vinger (die heet Kassandra). Hoe dat afloopt lezen jullie na de volgende update want dat is ook voor mij een onbekend terrein. Nu eerst de webpagina opmaken en via het mobieltje op internet zetten.

Dus, heb geduld lieve kijkbuislezertjes. Het verhaal zal worden vervolgd¿

De pitta gyros werd inderdaad gescoord en opgegeten. Ze hadden er ook flesjes retsina en ik kon het niet laten. Dus zit ik lekker van een paar glaasjes te genieten als ik een Nigeriaan ontdek met CD's. Ik loop naar hem toe en hij heeft wel wat CD's voor mij. Ik kies er 5 en ik mag er een extra uitzoeken, die ik gratis krijg. En weer wordt mijn verzameling Griekse (moderne) muziek uitgebreid. Als ik terugkom aan mijn tafeltje blijken mijn etensresten te zijn opgeruimd. Ik was toch klaar met eten dus dat maakt mij niet uit. Echter, ze hebben ook mijn retsina opgeruimd. En die was echt nog niet leeg. Als ik mijn verbazing daarover uitspreek, wordt er meteen een nieuwe fles neergezet en excuses gemaakt. Ik bedank hem hartelijk want het was ook gedeeltelijk mijn fout. En aan het einde mag ik - nadat ik gevraagd had waar je die glazen kon kopen - mijn retsina drinkglas met opdruk meenemen. Geheel tevreden keer ik terug op mijn kamertje en om 0:10 sluit ik alle luiken.
 

Dag 23 - Woensdag 23 Juni 2004

07:00 De wekker gaat terwijl de zon al druk bezig is gaten in de luiken te branden. Het wordt een hete dag. Ik ben zo vroeg opgestaan omdat ik vandaag eerst Sithonia rond wil rijden alvorens ik Kassandra in duik. Ik pak snel de spullen in en kook ondertussen wat water voor de koffie. De spullen worden in de auto gezet en daarna het ontbijt genuttigd. De man zit alweer voor zijn supermarkt en moeders scharrelt wat rond. Als ik de laatste spullen in de auto doe komt ze al naar mij toe lopen en ik overhandig haar de sleutel. Ik bedank haar voor het verblijf en zij wenst mij een goede reis.

Om 07:49 start ik de auto met 27,5°C en 11236km op de tellers. De temperatuur is al zo hoog omdat de auto in de zon staat te bakken, maar ook de reële temperatuur is niet laag te noemen. Ik verlaat het plaatsje en rijd de weg richting Sarti op. De weg gaat langs de kust en soms iets door de heuvels. Het is zeker geen straf om het rondje zo te rijden want het uitzicht varieert enorm. Kale heuvels, beboste heuvels (met niet van die kleine boompjes) en vergezichten over baaien en zee. Bij Sarti verlaat ik de weg en rij wat door het plaatsje heen. Het is een leuk plaatsje met een mooi strand maar net iets te ver in de vinger als je ook nog van wat rondrijden houdt. Ik vervolg daarna de rondrit en kom aan de andere kant van de 'vinger' terecht.

Daar heb je halverwege een luxe oord genaamd 'Porto Carras'. Hier hebben wel eens een hele groep ministers (volgens mij van de EU) belangrijk zitten doen. Wat mij opvalt is het uitgestrekte van het complex, de golfbaan en het hekwerk. Want de bovenkant staat naar binnen gericht. Dat knikt normaal naar buiten zodat het binnenklimmen wordt bemoeilijkt. Blijkbaar is het hier bedoeld om al die 'op-macht-beluste-mannetjes' binnen te houden zodat ze de plaatselijke bevolking geen kwaad kunnen doen. Ik vind dat een goede zaak en met een glimlach op mijn lippen vervolg ik mijn rit. De rondrit om de vinger wordt in iets minder dan twee uur voltooid.

En dan heb ik lekker op mijn gemakje rondgereden. Onderweg zijn mijn gedachten nog wel eens afgedwaald en die moet ik toch nog even op schrift zetten. Het gaat over de verschillen tussen noord en zuid Griekenland. De eerste is dat bijna alle huizen hier in het noorden van Griekenland een afgebouwd dak hebben. Vaak in puntvorm en met dakpannen. Dat zie je in het zuiden niet zoveel. Volgens Elsbeth komt dat doordat er hier een wet is die dat verplicht stelt en tevens heb je hier een lager belastingtarief met een schijf. In het zuiden heb je twee schijven voor afgebouwd en niet-afgebouwd. Vandaar dat je daar vaak een plat dak hebt met de wapening voor een volgende etage eruit stekend. Dan val je in de lagere schijf en dat scheelt geld. Dat hier meer neerslag (ook in de vorm van sneeuw) valt zal ook ongetwijfeld meespelen in dit verschil.

Het tweede verschil zijn de mensen. Ze zijn vanaf het begin meer open, vriendelijk en gastvrij. In het zuiden kunnen ze dat zeker ook zijn, maar lijkt het alsof je eerst door een schild heen moet prikken. Het leven lijkt hier iets opener en vriendelijker. Of dat ook komt doordat het nog niet zo 'verpest' is door toerisme zou ik niet met zekerheid kunnen zeggen. Het derde punt is het feit dat hier ook veel Oost-Europeanen vakantie vieren. Ik heb hier meer Bulgaren, Russen, Tsjechen en Roemeniërs gezien dan in alle andere jaren in Griekenland bij elkaar geteld. En dit is zeker geen negatief feit want het geeft weer eens een andere kijk op mensen dan een bier-drinkende-Duitser, een knoflook-Franzoos of een laveloze-Engelsman (over het ontwikkelde westen uiteraard niets dan goeds).

Na al deze gedachten ben ik vlakbij Nea Moudania en klaar om de vinger 'Kassandra' binnen te dringen. Net buiten de plaats zie ik een pompstation met de belachelijk lage benzineprijs van 73,5 eurocent per liter. Nadat ik de auto heb laten vollopen kan ik zelfs nog even gratis door een wasstraat. Geen droger en geen zeep maar je auto knapt er ontzettend van op! Wat een verschil en die laag stof zie je zo het putje in lopen. Daarna rij ik door en stop even later bij een taverna voor een welverdiende frappee (dat vind ik tenminste en er is niemand die mij tegenspreekt). Nog even op de kaart kijken en in het Olympia boek. Er is geen plaats die er echt uitspringt dus ik ga vanaf bovenaan zoeken naar een leuke plaats en daarna naar een leuk appartement.

De eerste plaats is Afitos. Het centrum ziet er leuk uit maar heeft twee nadelen. Het is gebouwd op een hellende rots met bijbehorend niveau verschil en het heeft ontzettend nauwe straatjes. Ik zie mensen zwaar zwoegend voorbij komen en kom zelf met de auto vast te zitten omdat een vrachtwagen er niet meer door kan. Die wordt geblokkeerd door een ander die staat uit te laden. De andere straat mag ik niet in en dus is het wachten. Als een tweede Griek toch die eenrichtingsstraat induikt trek ik er meteen achteraan. Na een korte 'illegale' rit kom ik weer op de weg uit die naar de hoofdweg voert. Dit plaatsje is dus niets voor mij.

De volgende plaats (Kalithea) kom ik binnen en zie meteen een appartementencomplex met zwembad. Ik rij door en onderzoek het centrum. Dat ziet er gezellig uit en het is teven de splitsing waar je naar de westkant van het eiland kunt gaan, of aan de oostkant kunt blijven. Veel winkels, taverna's en bars, zelfs met een voetgangersgebied. Verder ontdek ik enkel appartementen zonder zwembad of hotels, hoewel ik zeker niet alles heb bekeken. Ik rij terug naar dat complex aan het begin (Afrodite) en stop daar. Ik loop er wat rond en zie niemand, ook geen bewoners terwijl er wel handdoeken hangen te drogen dus het wel bevolkt is.

Net als ik weg wil gaan om het later nogmaals te proberen komt er een vrouw op mij af. Ze spreekt perfect Engels en ik vermoed dat het een Engelse is. Ze heeft een kamer en die ga ik bekijken. Kleine badkamer maar netter van opzet dan de vorige en iets groter. Nog wel zit je op het toilet met een voet in de douchebak. Er is airco, een flink tweepersoonsbed en een keukentje. Hierin niet de elektrische platen maar een gasstel met gasfles. Ik neem een kamer op de begane grond (nummer 9) en voor ¿35 per nacht (inclusief airco) is die van mij. Wel moet de kamer nog schoongemaakt worden. Ik vertel haar dat ik in het centrum wat ga rondlopen en ze wil graag een bewijs dat ik terugkom. Een paspoort of een aanbetaling. Ik geef haar alvast ¿50 en laat de auto hier staan. Want het centrum is nog geen 400 meter verder en er zijn geen hoogteverschillen.

Het is net middag geworden als ik langs de weg richting centrum loop. In het centrum loop ik wat rond totdat ik een kapper zie en mijn haar in de ruit bekijk. Het begint nu echt zomer te worden en mijn haar begint al een beste bos te worden (voor mijn doen dan). Dus laat ik mij een korte stekel aanmeten en na ¿10 betaald te hebben zie ik een ander hoofd in de ruit. Een coupe du Zomèr. Ik kan er weer even tegenaan. Ik loop rond en zie ontzettend veel kledingwinkels en ook een internetcafé. Daar kan ik dus mijn mail gaan lezen in de komende dagen. Er zijn hier ontzettend mooi aangeklede taverna's en bij een van hen besluit ik een lunch te gebruiken. Na de lunch loop ik rustig terug naar het appartement waar ik om 14:30 aan kom. Geen eigenaresse te zien en dus pak ik een leesboek uit de auto en ga aan het zwembad liggen.

Een half uur later zie ik haar lopen en verbaasd kijkt ze naar mij dat ik hier al lig. Ik had bij de deur van hun woonhuis (onder en naast de kamers) moeten kloppen. Ik krijg de sleutel en kan bezit nemen van de kamer en daar mijn spullen uitladen. Als ik daarmee klaar ben neem ik een douche om verlost te worden van wat kriebelende haartjes en dan is het siësta tijd. Als ik om 18:00 weer fris op sta is het tijd om het zwembadwater eens op vochtigheidsgehalte te gaan testen. Het is te dun om op te schaatsen en te dik om naar de bodem te zinken, kortom prima zwemwater. Ik blijf wat rond spartelen totdat er twee Bulgaarse families aan komen van een dagje strand. De eigenaresse waarschuwde mij al hiervoor toen ik het zo rustig vond. Ze hebben beide een zoontje en een van de dames is een ontzettende kwebbel. Na wat gepraat te hebben zoekt de kwebbel ook het zwemwater op. Zelfs dat stopt haar niet van praten. Maar het is geen irritante vrouw. Ook komt er een Roemeens koppel naar het zwembad waarvan de vrouw mij doet denken aan een goede vriendin, Mick. Dezelfde trekken en gezichtsvorm, in ieder geval voldoende om aan haar te denken. Zij zijn met de bus uit Roemenië gekomen en dat kost ze 14 uur inclusief wachttijden bij de grenzen.

De zon gaat onder en het koelt duidelijk af. Ik ga terug naar de kamer, kleed mij aan en ga boodschappen doen bij de grote supermarkt. Als ik daarvan ben teruggekeerd, maak ik mij gereed voor de avond. Om 21:45 loop ik het centrum in en voel dat het buiten het dorp een stuk koeler aan voelt dan midden in het voetgangersgebied. Ik eet weer bij zo'n gezellig ingerichte taverna en neem een saganaki en een soutzoukakia. Daarna loop ik nog wat rond en drink een kamikaze bij een van de vele bars. Ik vind het dan wel genoeg en vertrek naar mijn basis. Ik ben bezig met het laatste gedeelte van een boek en wil het nu eigenlijk wel uitlezen. Daarom sluit ik mijn luiken pas om 02:00.
 

Dag 24 - Donderdag 24 Juni 2004

Iets na achten word ik wakker. De luiken helpen wel wat maar maken het zeker niet donker. Daardoor word je vanzelf wakker van het licht in je kamer (hoewel ik ook mensen ken die daar nooit van wakker zullen worden). Het ontbijt bestaat uit een broodje echte Goudse kaas - gevonden in de supermarkt al in plakjes gesneden - en natuurlijk de koffie. Om 09:10 zit ik in de Opel naar de tellers te kijken die 24°C en 11420km aangeven. Ik ga vandaag een rondje Kassandra doen en rij weg richting het centrum. Daar is - zoals eerder vermeld - de splitsing naar de westkust en die sla ik in. Ik maak het rondje dus tegen de wijzers van de klok in (en ik was nooit zo tegendraads). Het meeste van de tijd volg ik de weg maar ik maak een uitzondering richting de bergen. Dat is ook tevens een van de weinige bergdorpjes die er hier zijn. Het is de meest vlakke vinger hoewel die uitspraak enkel geldt in vergelijking met de andere twee. Voor Nederlandse begrippen 'stikt het hier van de bergen'.

Het bergdorpje Kassandrino bereik ik tegen 'frappee-tijd'. Dus parkeer ik mijn auto bij een kafenion en wordt vriendelijk maar vol nieuwsgierigheid aangestaard door een dozijn oude mannen. Ik drink mijn frappee op bij een bankje van de bushalte maar ik heb de bus nooit zien verschijnen. En als ik de mannen er aan de andere kant zie zitten is het een hele tijd geleden dat er hier een bus kwam. Tenzij ze natuurlijk niet op de bus zitten te wachten. Nadat ik de frappee op heb loop ik wat door het dorp. Op de weg terug komt er een man naar mij toe die de kerk aan het schoonmaken is. Waar ik vandaan kom, wat de hoofdstad is, of ik het hier mooi vind. Allemaal vragen in het Grieks. Sommige begrijp ik direct, bij andere herhaalt hij het, verduidelijkt het wat of er komen ledematen aan te pas. Als ik hem vertel dat ik het hier mooi vind, grijpt hij mijn hand en bedankt mij. Hij wenst mij een goede reis en staat mij nog lange tijd na te staren als ik het dorp weer verlaat.

Ik keer weer terug op de hoofdweg en vervolg mijn rondje. Toch ga ik niet enkel een rondje maken. Er zijn tussentijds twee 'tussendoorwegen' die aangemerkt staan als B-wegen maar wel heel mooi moeten zijn. Ik ga dus eerst naar de zuidpunt en slinger dan in een 'van-onder-naar-boven-geschreven-letter-S' weer naar het noorden waarbij ik die twee wegen moet zien te vinden. Voordat zover is wordt de rit vertraagd bij Nea Skioni. Er loopt namelijk een processie over de weg en daar kom je niet voorbij. Ik keer en duik het plaatsje zelf in. Dan maar hier wat rondrijden. Ik kom bij de haven en rij langs een soort boulevard. Dan gaat de weg omhoog en wat blijkt? Ik kom weer op de hoofdweg uit maar dan voorbij de processie. De reis kan dus voortgezet worden en ik vele nieuwe complexen verschijnen en ook vele mooie villa's. Er zit hier ook wel wat geld. Later zou blijken dat veel 'rijken' uit Thessaloniki hier hun zomerhuisje hebben (op een uurtje rijden).

Dan is het zoeken naar de eerste B-weg. Die staat keurig aangegeven in het plaatsje Pefkochori. Vanaf de hoofdweg staat er een bordje 'Ag. Paraskevi' en dat is het plaatje wat in het midden van het eiland ligt en waar deze weg langs komt. Dan ben je echter nog niet Pefkochori uit en dat willen ze blijkbaar ook niet. Want je krijgt nog diverse splitsingen zonder bordje of zonder bandensporen die je de meest gebruikte weg aanduiden. En als je gokt, gok je wel eens mis. Maar na een paar pogingen heb ik de juiste weg te pakken en duik de bergen in. Je waant je in Oostenrijk of zo, maar dit is echt Grieks grondgebied. Bossen met hoge bomen, donkere doorgangen, slingerende wegen en groene dalen. Ik rij rustig om goed te kunnen rondkijken en genieten. De weg is zeer rustig maar het blijft uitkijken voor die ene plaatselijke Griek die de volgende bocht om komt zeilen. Op het hoogste punt word ik getrakteerd op zeezicht naar beide kanten. Het schiereiland is hier ongeveer 8 kilometer breed, dus goed te overzien. Ik daal weer af naar de westkust en rij terug naar Nea Skioni.

Daar zoek ik de volgende B-weg en die moet leiden naar Chaniotis wat weer aan de oostkust ligt. Deze weg vind ik gemakkelijker want de hoofdweg gaat buiten het plaatsje om en de processie is niet terug gevonden. Als ik bijna de oostkust heb bereikt zie ik een politieauto staan met zwaailicht aan. Er bij staan wat agenten en een andere auto. Ik zie echter niets vreemds en kan even goed kijken omdat ik moet wachten tot een vrachtwagen voorbij is gereden. Dan zie ik verderop in de bossen - licht verlaagd - een auto op zijn kop liggen. Ik weet niet of de inzittenden er al uit zijn maar de politie doet weinig. Dus ze zijn er of uit of het maakt de inzittenden toch niets meer uit. Ik rij maar door en kijk nog beter uit. Als ik in Chaniotis de oostkust weer zie, merk ik dat ik nu het echt toeristische stuk ben binnengereden. Volop strand, winkels, bars, taverna's en toeristen. En dat geldt voor het gehele stuk tot aan Kalithea aan toe.

Ik ben dan weer om de basis teruggekeerd en het is 12:41 en ik heb 134 kilometer afgelegd. De middag wordt begonnen en afgesloten met een plons in het zwembad. Daartussenin heb ik liggen lezen, een siësta gehouden en zijn er eieren voor mij gekookt. Ik vertrouwde het gasstel niet helemaal en had enkel een kleine koffiekoker of een braadpan. Dus heb ik de eigenaresse gevraagd of zij de eieren voor mij wilde koken. Dat was geen probleem voor deze Australische. Australische? Jawel, 22 jaar geleden aan een Griek blijven hangen tijdens een vakantie en nog steeds gelukkig getrouwd en moeder van twee zoons. Ze was tevens lerares Engels, vandaar haar goede Engelse spraak. Haar man, Sotiris, geeft nog steeds les in Poligiros en zij beheert nu dit complex (10 kamers).

In het begin van de avond zet ik de laatst gekochte CD's om naar MP3 (voor in de auto) en lig wat Tv te kijken. Om 22:00 ga ik eten en neem een saganaki van harde kaas, een choriatiki en een mix grill. Het smaakt mij weer prima. Daarna loop ik wat door de straten te slenteren totdat ik bij de bar uitkom waar ik gisteren ook gezeten heb. Portugal tegen Engeland staat aan en ik zeg tegen de blonde serveerster dat ze Engeland wel zal steunen. Fout! Ze komt uit Zweden, is fanatiek voetbal liefhebster en wil dat Portugal die Engelsen eruit trapt. Ik kijk enkel naar de TV als het op strafschoppen uitdraait. Beckham die waarschijnlijk aan Rebecca dacht en de bal omhoog de tribune in joeg, opende de serie. Uiteindelijk wint Portugal. Zaterdag zijn wij aan de beurt komt de serveerster mij vertellen. Ik maak haar duidelijk dat Nederland er - wat mij betreft - uitgetrapt mag worden en ze kijkt mij ongelovig aan en loopt weg om bestellingen op te nemen. Ik zie een Nigeriaan rondlopen en maak hem duidelijk dat ik best nog wel een paar CD's wil hebben. Het zouden er 11 worden - waarvan enkele dubbel CD - en ik krijg er een gratis. Dat is voorlopig wel voldoende uitbreiding van het Griekse repertoire. Ik drink mijn 2e kamikazi leeg en loop naar huis. Om 01:22 sluit ik de luiken.
 

Dag 25 - Vrijdag 25 Juni 2004

De wekker haalt mij om 08:00 terug uit een dromenland die ik mij echter niet kan herinneren. Vandaag staat er weer een ritje op het programma. Dit keer door het 'vaste land' van Chalkidiki. Ik ga een rondrit maken door een bergachtig gebied met het dorpje Taxiarchis als hoogtepunt (ca 1100 meter). Om 09:00 exact rij ik weg met 25,5°C en 11554km op de tellers. Als eerste moet ik Kassandra uit en daarna richting de hoofdstad van Chalkidiki, Poligiros genaamd. Ik neem een afslag te vroeg waardoor ik via een B-weg naar Poligiros rijd. Ik begon mij al af te vragen waarom de hoofdstad zo slecht bereikbaar was, maar op de terugweg zou blijken dat er toch een goede weg naar de hoofdstad loopt. Ik rij door die stad heen - eigenlijk wordt je er omheen geleidt - en vervolg mijn rit richting Ag. Prodromos. Dit blijkt een leuk klein plaatsje te zijn wat zo zijn eigen leven leidt en de hoofdweg gebruikt om klanten te binden. Want de taverna's staan in slagorde langs de weg opgesteld.

Onderweg zie ik ook een spoorwegwagon staan die nu als 'kantina' een nieuw bestaan heeft. Kantina's zijn een soort frietkramen maar dan met Griekse zaken en je vindt ze langs de weg, vaak in 'the-middle-of-nowhere'. Dus dat kan ook zo gelden voor de wagon die ik op Thassos vervoerd heb zien worden. Ik rij door naar Arnea. Op het plein waar de mensen wachten op de bus en op de bank, ga ik een frappee zitten drinken. Het schijnt inderdaad druk te zijn bij de bank. Want diverse mannen komen eruit met een nummer en gaan op een van de terrassen zitten wachten. Aan mensen die eruit komen wordt dan gevraagd wel nummer er aan de beurt is. Ondertussen drinken ze een frappee of een Griekse koffie (klein bakje koffie, drap onderin en ontzettend sterk).

Ik zit weer heerlijk mensen te kijken en kan daar uren mee door gaan. Dat doe ik niet maar ik loop nog wel even wat rond en film wat van de gebouwen en de mensen. Net voordat ik geblokkeerd zou gaan worden door een dubbel geparkeerde Griek, bereik ik mijn auto en wordt er netjes uitgelaten. Ik draai nu de bergweg richting Taxiarchis op. Ook nu weer denk je dat je in een Alpenland bent. Hoge bomen, veel groen en mooie vergezichten. Aan het einde van deze mooie bergweg kom ik in Paleokastro uit. Het is dan 13:00 en ik besluit nog niet naar huis te gaan, maar een lunch in Ag. Prodromos te gebruiken. Ik kies daar een taverna uit en eet er heerlijke (mini)souvlaki. Je besteld ze per stuk en ze zijn zo heerlijk gekruid dat je moet oppassen om niet ook je vingers er bij op te eten (Berry, daar zijn de sticks van de groothandel - ook goed - niets bij in vergelijking).

Na deze goede voedingsbodem kan ik huiswaarts. Ik word nog voorbij geknald door een grote mercedes met twee monniken erin. De jongste achter het stuur als chauffeur en de oudere - met grotere baard - ernaast en die zit druk te bellen. Ze rijden met minimaal het dubbele van de toegestane snelheid en ook inhaalverboden hebben geen nut bij hen. Zouden ze te laat zijn voor de mis? Wat zou een agent doen als hij deze wagen aanhield? Ze staan hier nog in een ander aanzien dan in Nederland. Maar goed, ik rij rustig door en kom om 14:17 thuis en heb er dan net geen 200 kilometer op zitten. Omdat het nu heet is blijf ik binnen en zet de airco aan. Ik ga de muziek-CD's omzetten naar MP3 zodat ik ze in de auto kan beluisteren (en niet ieder uur een nieuwe CD erin hoef te stoppen).

De middag verstrijkt snel en het wordt tijd voor wat plonzen en lezen. Het Roemeense koppel ligt ook in het water en al drijvend praten we wat. Dan begint de zon onder te gaan en wordt het wat 'kil'. We gaan ieder ons weg en voor mij betekent dat een douche en wat TV kijken. Ik heb weinig trek en besluit eerst het internetcafé te bezoeken en daarna een pitta te eten. Ondertussen zal ook de wedstrijd van de avond wel gaan plaatsvinden (Griekenland tegen Frankrijk). Ik kan lekker wat mail beantwoorden en heb twee mailtjes van mensen die ik onderweg ontmoet heb. De eerste is van Angenita die het verslag gelezen heeft en zich - samen met moeders - nog een paar dagen prima met Sakis en Spiros heeft vermaakt. De tweede is van Elsbeth die mij leuk vind schrijven en mij verder een goede rondreis wenst. Leuk om te horen dat mensen je verslag zo leuk vinden. Ik doe het graag maar ook voor mijzelf. Als ik verslagen - na jaren - terug lees dan komen de beelden er al heel snel bij. En beleef je op een druilerige winterdag alles weer opnieuw en dat geeft je een warm gevoel.

Daarna loop ik terug naar een eettentje en kom onderweg het Roemeense koppel tegen. Hij schijnt vanmiddag al veel gegeten te hebben en hoeft dus niets, terwijl zij van een stuk pizza hapt. Ik wens haar smakelijk eten en loop verder. Als ik dan aan de hoofdstraat mijn pitta zit te eten lopen zij langs en met een lach zwaaien ze allebei. De pitta is richting spijsvertering en ik loop nog wat rond. Ik kan naar huis gaan of hier ergens neerstrijken. Net als ik denk dat ik naar huis zal gaan kom ik hun weer tegen bij hetzelfde eettentje als waar ze eerder zaten. Ze zit nu aan een ijsje en hij zit de voorbeschouwing van de wedstrijd te kijken. Die TV staat aan de overkant bij een bar maar is dusdanig groot dat het goed te zien is.

Ik moet erbij komen zitten en we raken wat aan de praat. Ze komen uit Boekarest, hij is acteur voor toneel, tv en film en zij is sprintster op de 100meter geweest. Haar snelste tijd is 11,7 en dat doe ik haar niet na. Ze is ermee gestopt omdat er geen vooruitgang en geen geld in zat. Nu werkt ze op kantoor en staat daar bekend als de sportvrouw die van alle sporten weet (ook voetbal). We blijven wat zitten praten terwijl de wedstrijd begint. De eerste helft verloopt redelijk rustig en dan is het pauze. Omdat ze morgenochtend om 10:00 worden opgehaald en in de vroege morgen naar het strand willen, moeten ze vanavond nog hun spullen pakken. Dus kijken ze de hele wedstrijd niet af, maar gaan naar huis. In Roemenie is het heel normaal dat 's ochtends om 8 uur het strand al vol ligt. Ze verbazen zich erover dat het hier dan nog helemaal verlaten is. Maar het zijn echte strandgangers en vinden dat heerlijk, zo'n leeg strand.

Ik blijf de wedstrijd wel zitten volgen en zie dus ook de hele groep opspringen als Griekenland scoort. En ik zie ook dat de laatste minuten een ware doodstrijd is voor het Griekse publiek wat tot een ontlading komt als het laatste fluitsignaal klinkt. Ze hossen, schreeuwen en vallen elkaar in de armen. Ik loop naar huis en daar komen de eerste auto's en scooters al toeterend langs. Dat zou zo nog even door blijven gaan. Op TV zie ik volledige schare uitzinnige fans in Thessaloniki en Athene. Er zal nog lang doorgefeest worden maar ik sluit om 0:30 toch echt mijn luiken.
 

Dag 26 - Zaterdag 26 Juni 2004

Om 07:30 ben ik klaar wakker en weigeren mijn luiken zich nog te sluiten. Ik neem een kop koffie en besluit dan eerst een duik in het zwembad te nemen alvorens een ontbijt klaar te maken. Ik doe vandaag weinig omdat ik morgen naar de volgende etappeplaats ga rijden. In de langzaam sterker wordende zon is het nog goed uit te houden en ik lig lekker op een grote band rond te dobberen als het Roemeense koppel naar het strand vertrekt. Ik laat mij wat opdrogen en ga dan aan het ontbijt. Het verslag heeft een 'achterstand' van bijna 4 dagen en dat wil ik inlopen op het heetst van de dag. Dus kruip ik na het ontbijt in de schaduw met een leesboek en hoor je mij verder niet meer.

Ik kom pas in actie als het Roemeense koppel wordt opgehaald door een taxi. Die zal ze naar Thessaloniki brengen waar de bus staat te wachten. We nemen afscheid en wisselen email adressen uit. Diana (ik dacht dat ze Jana heette) geeft mij hun adressen terwijl ik de mijne snel op papier zet. Ook krijg ik van Dorian een handgeschreven bedankje met iets wat lijkt op een handtekening. Misschien dat hij nog eens internationaal doorbreekt en dan heb ik alvast wat. De eigenaresse en ik zwaaien ze uit en gaan dan weer verder met waar we mee bezig waren.

Het is ondertussen op de hoofdweg al sinds vanochtend 8 uur file rijden. Veel mensen uit Thessaloniki die het weekend in Kassandra of bij aan de kust bij Katerina doorbrengen. Dat betekent ook dat ik het morgen moeilijk zou kunnen gaan krijgen in de buurt van Katerina, want daar wil ik naartoe. Ik besluit het vertrek met een dag op te schorten en minder kans op volle appartementen te hebben (ik heb dat vorig jaar ook in Kalamata meegemaakt). Volgens de eigenaresse is dat een prima besluit omdat ook de wegen dan een stuk rustiger zijn. Een dag extra is geen probleem omdat ze het nu al weet. Ik vind het ook geen probleem want het bevalt mij hier uitstekend. Dus vertrek ik maandag pas uit Kalithea. Wat ik morgen dan ga doen (met al die drukte op de weg) is voor mij nog een raadsel. Enfin, dat zien we morgen dan wel weer.

Ik moet dan nog wel wat extra boodschappen bij de super doen, maar dat is zo gepiept en daarna kan ik aan het verslag beginnen. Als jullie dit lezen hebben jullie dus alweer een idee gekregen wat ik heb zitten intikken. Ik verzin dat niet, maar zit allemaal goed in de hersencellen opgeslagen. En de cijfers en grote lijnen staan ook op de digitale memorecorder ingesproken. Als de zon alweer aan het dalen is, is het tijd voor de tweede afspraak met het zwembad. Een siësta erna en dan nog deze dag vastleggen. Het begint bijna gewoonte te worden. Het is ondertussen vol geworden in het complex. Griekse koppels of families die dus een weekend eropuit trekken. Nog steeds rijden er flinke aantallen auto's langs. Je vraagt je af waar ze allemaal blijven op dit - toch niet grote - schiereiland. Zelfs morgenochtend schijnt het door te gaan waarna in de middag de grote uittocht begint. En die gaat weer door tot maandagochtend vroeg. Dus het vertrek zal maandag niet vroeg zijn, maar de afstand is dan ook niet groot (aan de andere kant van de 'baai' waar Thessaloniki aan ligt. Nu is het 21:00 en is het tijd voor het updaten van de site en een bezoek aan de city. Hoe het verder gaat verneem je na de volgende update.

Wordt vervolgd¿

Het eten werd volbracht in die leuke taverna met antiek aan de muur en veel blauw. Een feta psiti (gegrilled), een tomaten-komkommersalade en een souvlaki. Die laatste had veel droge stukken vlees en die krijg ik - zelfs met een retsina - niet goed weg. Het vlees is wel goed, enkel gortdroog. Dus lag er nogal wat vlees op mijn bord toen ik wilde afrekenen. De ober vroeg of er iets mis was en ik legde hem de zaak uit. Hij kwam terug met een karafje wijn van het huis om dit goed te maken. Een goed gebaar maar had niet gehoeven.

Hierna loop ik naar de bar en ga op een kruk zitten waar vanuit je geen zicht op de TV hebt. Ik had ook geen andere keus want het zit volslagen vol en dat geldt voor alle terrassen. Dat krijg je als Thessaloniki leeg loopt. Nederland speelt tegen Zweden en ik begrijp van de gestresste - Zweedse - serveerster dat het nog steeds 0-0 is. Ik bestel kamikazes en zit lekker naar mensen te kijken die op hun beurt met een voetbalwedstrijd zitten mee te leven. Dan hoor ik dat er penalty's genomen moeten worden en in mijn gedachten is Nederland al weg. De serveerster heeft het nu helemaal niet en dat wordt enkel erger totdat blijkt dat Zweden het niet gehaald heeft. Het huilen staat haar nader dan het lachen en ook de kwaadheid als ze in knetterend Grieks tegen haar Griekse collegaatje uitlegt wat er volgens haar fout is gegaan. Het terras begint nu wat leeg te stromen en ik ledig mijn glas en ga ook op huis aan.

Het is dan 01:30 en als ik op de basis aankom zie ik daar Tsjetska (de Bulgaarse kwek) en de twee mannen bij het zwembad zitten. Ik ga erbij zitten en ze willen dat ik meedoe met de ouzo en de whisky die ze aan het drinken zijn. Ik bedank voor de eer en zeg dat ik al genoeg heb. 'Madam' Mimi - zoals ze door hen wordt genoemd - ligt al op bed, maar zij hebben nog geen slaap. De man van Mimi begrijpt en spreekt ook wel wat Engels, maar de man van Tsjetska totaal niet. Dus fungeert Tsjetska als tolk en schakelt moeiteloos van het Engels naar het Bulgaars over en weer terug. Al pratend verstrijkt de tijd snel en om 02:45 wens ik ze een kalinichta. Na nog even de airco op vol te hebben laten draaien, sluit ik dan een kwartier later mijn luiken.
 

Dag 27 - Zondag 27 Juni 2004

Rond achten word ik wakker. Ik heb een vreemd gevoel in mijn hoofd en dat voelt niet aan alsof het van de drank is (dat gevoel is anders). Het is benauwd op de kamer, dus open ik de luiken. Ik zie dat het bewolkt is en dat het wat waait. Ik zet de airco aan op het wat droger en koeler te maken, neem een aspirine en duik mijn bed weer in. Om 10:45 open ik voor de tweede keer mijn luiken en het voelt al een stuk beter aan.

Het verkeer is nog steeds inkomend en het is best druk. Ik besluit het ontbijt over te slaan en een frisse neus te halen. Het is nog steeds bewolkt en dat loopt lekker. Het is wel duidelijk dat de wolken het van de zon aan het verliezen zijn en dat de zon zeker voldoende kracht heeft om je te laten zweten. Dus strijk ik op een terras neer bij een nagebouwde kasteeltoren en bestel een frappee. Samen met wat bijgeleverde chocoladekoekjes gaat dat er goed in. Verderop hoor ik nog steeds het driftige fluitje van oom agent die de horde auto's goed door de kruising probeert heen te loodsen. Alleen al van dat gefluit zou ik stapel dol worden. Het lijkt wel of de agenten dat fluitje bij hun opleiding oraal - dat is via de mond - ingebracht krijgen (wees maar blij Berry).

Een uurtje mensen kijken is zo voorbij en ik loop hierna weer op mijn gemak naar huis. Daar pak ik een leesboek, de CD speler en nestel mij onder het afdak. Niet omdat het regent, maar omdat de zon nu goed is doorgebroken. Ik luister naar de aangekochte CD's en het blijken geen miskopen te zijn. Als het mij toch te heet word, duik ik even in het verkoelende water om daarna weer snel de schaduw op te zoeken. In de middag krijg ik toch wat trek en worden de voor het ontbijt bestemde broodjes opgegeten. Al met al trekt de middag dan snel aan je voorbij en vind ik het tijd worden om er met de camera op uit te trekken. Want ook dit dorp mag wel digitaal worden vastgelegd. Ondertussen is de uittocht op gang gekomen en gaan ze in rijen weer terug naar Thessaloniki.

Nadat de digitale vastlegging tot mijn eigen tevredenheid is geklaard en ik thuis kom zie ik Afroditi zitten. Dat is de naam die Tsjetska steeds gebruikt als ze de eigenaresse aanspreekt en wie ben ik dan om naar de eigenlijke naam te vragen. We zitten een tijd te praten terwijl haar man rustig blijft lezen in de Griekse tijdschriften. Ze legt uit dat hij het moeilijk vindt om Engels te begrijpen (hij vertaalt het nog steeds, woordje voor woordje) en dus sluit hij zich bij dit soort gesprekken af. Ik denk dat hij dat zeker doet als ze met Tsjetska zit te kwekken, want die twee zijn goede vriendinnen en ze is al een paar keer bij hen op bezoek in Bulgarije geweest. Komende winter gaan ze weer. Ik maak een opmerking over het verkeer en begrijp van haar dat een ritje naar Thessaloniki normaal een uur kost en dat je daar nu 3 tot 4 uur voor mag rekenen. En toch gaat de hele horde achter elkaar aan richting huis en die uittocht duurt tot morgenochtend 8 uur.

Na een tijd te hebben zitten praten keer ik terug op mijn kamer en ga wat liggen zappen. Dan is het tijd om te gaan eten en als ik om 22:00 naar het centrum wil gaan liggen er aardig wat jongens in het zwembad en Afroditi staat erbij. Eerst denk ik aan problemen, maar het blijken haar twee zoons te zijn met wat vrienden. Er staat al eten op tafel maar ze laten dat afkoelen en plonzen er eerst rustig op los. Ik wens ze smakelijk eten en ga - op aanraden van Afroditi - naar een taverna met de naam Elena. Daar eet ik een Kefalotiri saganaki (een hardere kaassoort), een tomaten-komkommersalade en een paidakia. Samen met - dit keer - een Mythos, smaakt het weer prima.

Na het eten loop ik nog wat door het centrum en kom tot de ontdekking dat ik toch wel erg veel slaap heb. Ik ga dus niet naar de bar maar loop op huis aan. Daar zitten de zoons met vrienden nog te eten en ondertussen naar het EK te kijken. Ik ga naar mijn kamer en om 23:45 sluit ik de luiken.
 

Dag 28 - Maandag 28 Juni 2004

Om 07:30 word ik - voordat de wekker af zou gaan - al wakker en blijf nog wat liggen soezen. Na twintig minuten ben ik dan goed wakker en ga de spullen inpakken. Dat gaat soepel en snel zodat ik de auto voor het 'balkon' (het heeft de vorm van een balkon maar is op de begane grond) kan rijden. Zo min mogelijk bewegen want de zon schijnt al behoorlijk fel en de zweetdruppels komen al te voorschijn. Ik heb iemand trouwens eens horen beweren dat zweetdruppels een protest van het lichaam is omdat het teveel moet werken, dus ben sindsdien daar erg voorzichtig mee. Ik wil een ruzie met mijn lichaam want dat moet - hopelijk - nog even mee. Gelukkig zitten alle spullen snel in de auto en parkeer ik hem weer onder de weinige schaduw van een olijfboom. Ik neem een ontbijtje met het laatste eitje en een stevige kop koffie.

Dan is het een laatste controle van de kamer en op naar Afroditi voor de afrekening. Ik moet nog ¿125 bijbetalen want ze is de ¿50 aanbetaling niet vergeten (ik was dat ook niet). Ik neem afscheid van haar en rij daarna om 09:20 weg met 25,5°C en 11750km op de tellers. De weg die Kassandra uit leidt is eerst tweebaansweg maar wordt na Afitos weg met twee rijstroken en een hele brede (200 meter) brede middenberm met appartementen en huizen er tussenin. Je mag er echter maar 60km/u (vanwege de vele oversteekplaatsen, de landtong in mag je 90km/u). Er staat zelfs een flitspaal maar de Grieken weten dat die leeg is getuige de noodgang waarmee de ze paal passeren. Voordat ik bij de 'uitgang' van Kassandra richting Thessaloniki rij, ga ik tanken bij het tankstation met die lage prijs en de gratis wasstraat. Schoongemaakt vertrek ik dan via de snelweg naar Thessaloniki.

Eerst is het een tweebaansweg met vluchtstroken, later wordt het een 'echte' snelweg om bij Thessaloniki op te houden. Daar ga ik de rondweg op. Dat is een snelweg in wording. Het eerste stuk is klaar maar daarna duik ik de file in want het oude stuk heeft vele stoplichten. Doordat er een dichte rij vrachtwagens rechts van mij zit mis ik bijna de afslag naar de A1 richting Athene. Borden boven de weg zouden hier een welkome aanvulling zijn. Ik kan nog net naar rechts zwenken en de snelweg op rijden. Dan gaat het weer met een lekker gangetje richting en voorbij Katerini. Hoewel, met dat 'voorbij' heb ik iets te vroeg gejuicht. Want in die plaats is de snelweg dus nog niet klaar en moet alles op een baan en door vele stoplichten geperst worden. Dat levert een mooie file op want als de Grieken iets niet kunnen dan is het wel ritsen. Totdat het echt niet anders kan blijf je gewoon met twee auto's naast elkaar rijden en als dan alles toch moet ritsen sta je dus stil.

Maar goed, 'ook aan wegwerkzaamheden zit een eind' luidt een bekend Grieks spreekwoord en ze krijgen nog gelijk ook. Ze zijn dus niet voor niets de oorsprong van de hedendaagse 'beschaving' (ik weet niet of je op alles daarvan wel zo trots moet zijn). Ik mag er dus weer de sokken inzetten, maar niet voor lang. Want een snelweg kost geld en voor het gemak moet je wat betalen. Ik krijg dus tolpoorten en mag ¿1,40 afrekenen. Zo langs de hele A1 vind je op diverse plekken deze poorten. Ik blijk te betalen voor het volgende stuk want het gaat weer over op een kronkelende tweebaansweg. Ver hoef ik niet meer want na 2 kilometer krijg ik mijn afslag 'Panteleimonas'. Ik heb in de Olympia gids een hotelletje in een bergdorpje gezien en wil dat gaan zoeken. Ik moet dus de bergen in en rij door het 'Ano' dorp heen. Panteleimonas bestaat uit drie gedeelten. Een strand gedeelte (Paralia), een laag gelegen dorp (Ano) en het bergdorp (Paleos). De uitersten (Paralia-Paleos) liggen ca 8 kilometer van elkaar vandaan. En dan is er ook nog een groot kasteel wat op een uitstekende punt is gebouwd.

Ik ga dus richting Paleos Panteleimonas en na ongeveer 4 kilometer slingerend steil de berg op gereden te zijn, sta ik voor de ingang van het dorp en mag niet verder. Het dorp is namelijk autovrij (stond niet in de brochure), enkel de lokalen mogen er door. Het ligt echt tegen de helling aan geplakt en de straatjes bestaan uit grote stenen die zoveel mogelijk vlak gelegd zijn. Ik zie een bordje met de naam van het hotel (Agnanti) en ga dat volgen. Na wat klimwerk sta ik bovenaan het dorp bij het hotel waaraan ook een taverna verbonden is. Ik bestel een frappee en geniet van het uitzicht. Want het terras geeft je een zicht op de berg Olympos (waar de Griekse goden verbleven), de uitlopers richting kust, de strandplaatsen en de zee (de 'baai' waar ook Thessaloniki aan ligt). Alles bij elkaar een plaatje waar je uren na kunt gaan zitten kijken. Ik voel mij ook net een god in Griekenland (nee, geen Griekse god, geen Adonis) en besluit hier een kamer te nemen.

Ik heb - weer - geluk en er zijn kamers vrij. Had ik gisteren gekomen dan had alles nog vol gezeten. Mij wordt een kamer getoond met een mooie ruime badkamer (enkel douchebak en toiletpot staan weer naast elkaar), een woon/slaapruimte met 1½ persoonsbed, open haard en slaapbank. Verder is er nog een 'kast' (of bedstee?) waar nog een eenpersoonsbed verstopt is. En dan een balkon met het eerder beschreven uitzicht plus nog een deel aan de zijkant zodat je ook het dorp kunt overzien. Voor ¿40 per nacht, inclusief ontbijt, mag ik er gebruik van maken. Ik vind het een schappelijke prijs en ga de spullen uit de auto halen. Omdat die aan het begin van het dorp staat, zal ik enkel de noodzakelijke spullen meenemen. Ik loop ermee door het dorp en naar mijn kamer (nummer 1).

Het is ondertussen 13:00 geworden en ik vind het tijd voor een lunch. Een choriatiki is goed voor de vitamine behoefte en nog lekker ook. Hierna loop ik het dorp in op zoek naar een supermarkt en een bank. Dat had ik gedacht. Enkel een paar souvenirs winkels met veel honing en andere snuisterijen, diverse taverna's, een bar en een kerk. Dat is alles. Op navraag word ik doorverwezen naar het lager gelegen Ano-dorp. Dus pak ik de auto en slinger naar beneden. Ik vind daar wel een supermarkt maar geen bank. Dus ga ik richting het Paralia-gedeelte. Daar stikt het van de campings en van de supermarktjes. Geen bank. Wel de nieuwe spoorlijn naar Thessaloniki (die hier in een tunnel verdwijnt) en ik zie even later het enkelspoorsbaantje wat vroeger de verbinding was. Ik volg dat lijntje terwijl het zich langs de kust slingert en kom in een ander plaatsje aan. Daar vind ik een bank en vul de kas aan. Ik heb er niet bewust naar omgekeken maar ik denk dat een internetcafé wel een hele kleine kans maakt gevonden te worden.

Ik rij terug naar huis nadat ik bij een supermarkt wat fris heb ingeslagen. Ik kan met moeite een goed plekje vinden om te parkeren want er staan een viertal bussen te wachten. De inzittenden - toeristen van voornamelijk de Oostbloklanden - zijn het dorp ingejaagd en lopen overal rond. Ik loop door naar Agnanti en richting mijn kamer. De kamer is een hotelkamer en heeft geen keuken of koelkast. Wel staat er bij de ingang een koelkast voor gemeenschappelijk gebruik. Daar zet ik de frisdrank in zodat ik in de avond die fles er gekoeld uit kan halen ten behoeve van nachtelijk gebruik. Ik ga op het balkon zitten lezen en houd nog een kleine siësta. De kamer heeft geen luiken dus dat wordt vroeg wakker worden. Dan kan ik beter ook maar niet te laat gaan slapen. Maar met het gebrek aan bars - laat staan discotheken - zal dat ook weinig moeite kosten.

Om 19:00 klauter ik naar het dorpsplein en bel daar mijn nichtje Lisa op. Ze is jarig maar niet thuis. Ook bellen naar het mobieltje van haar moeder - mijn zusje Trudy - heeft geen effect. Ik drink een frappee en klauter daarna weer naar boven. Als ik net boven ben krijg ik een seintje dat ze thuis zijn. Jammer dan, nu moeten zij maar even wachten. Ik ga toch niet te laat eten en probeer het dan nog een keer. De douche is goed en lekker en de douchekop laat al het water de juiste kant op stromen. Toch wordt de badkamer een waterpaleis maar dat droogt hier supersnel op. Om 21:00 ga ik weer naar het dorpsplein en bel Lisa op. Eerst blijkt mijn broertje Berry mij dwars te zitten, want die belt haar op hetzelfde moment (leuk die familie). Maar daarna krijg ik 'mevrouw' zelf aan de lijn en kan ik haar eindelijk feliciteren. Daarna strijk ik bij een van de taverna's neer en eet een saganaki en een 'lam gouvetsi'. Dat laatste is een lamsbout die is gestoofd en met een lekkere saus werd opgediend. Tevreden klim ik weer naar de basis waarbij het wel voorzichtig lopen is met die keien en de soms onverlichte stukken. Maar het is dan ook donker genoeg om een schitterend lichtspel te zien van alle dorpjes die er richting Katerini liggen. Alsof je op een nachtvlucht vanuit een vliegtuig naar beneden kijkt. Er is geen TV op de kamer, dus na een lichte meditatie sluit ik om 23:00 mijn luiken.
 

Dag 29 - Dinsdag 29 Juni 2004

Het is 06:30 en ik ben klaarwakker door het vele licht wat mijn kamer binnen komt stromen. Dat had ik dus wel verwacht. Het ontbijt is van 09:00-10:30 en dus heb ik tijd genoeg om het dorp eens op digitale wijze te gaan vereeuwigen. Al stijgend en dalend wordt een groot deel van het dorp bezocht. Soms lopen de straatjes dood, andere keren kun je tussen wat onkruid door je eigen weg bepalen. Er zijn toch al een paar bewoners wakker en die staan hun plaatsje te vegen, de afwas te doen of wat bloemen te plukken. Maar over het algemeen is er nog een serene rust. Ik krijg gezelschap van een van de vele zwerfhonden, maar het beestje doet weinig anders dan mij volgen.

Op een van de graspaden zie ik nog een schildpad lopen. Als hij mij ziet verdwijnt hij in zijn schulp, maar met enig geduld kan ik toch zijn koppie fotograferen. Via de binnenkomende weg kom ik langs mijn auto - die er nog staat, maar dat was mij ook verzekerd - en kom ik weer aan het officiële begin van het dorp uit. Ik heb er dan een uurtje lopen op zitten en snak naar een lekkere douche. Die wordt mij gegund want ze zijn hier niet afhankelijk van enkel zonnepanelen voor de verwarming van water. 'Onbeperkt' had de ober mij verzekerd en dat sta ik eens goed uit te testen. Ik stop als ik dreig te verdrinken en vind dat het bewijs overtuigend en rechtsmatig is en derhalve moet ik het voor bewezen verklaren, edelachtbare. Wat een zuurstofgebrekje toch niet aan gedachten teweeg kan brengen!

Het is ondertussen 09:15 en tijd voor een ontbijt. De eigenaresse - die alleen een beetje Duits spreekt - begroet mij en laat mij een uitgebreide buffettafel zien. Brood, diverse soorten beleg, feta, gebakken ei, omelet, cake, jus, melk, koffie en thee. Kortom, netjes verzorgd en volledig. Ik constateer dat de goden ergens verbolgen over zijn want er ontstaan steeds meer wolken rond Olympos en die worden er niet lichter op. Ik laat mij niet weerhouden en ga door met mijn plan voor vandaag. Wil je dat weten? Blijf dan lezen!

Na het ontbijt pak ik de juiste spullen en loop naar de auto voor een ritje. Om 09:55 start ik de motor met 24°C en 11971km op de tellers. Ik vertrek naar de kust en steek dus de hoofdweg over. Dat blijft oppassen want ze mogen er maar 60km/u - de kruising ligt ook nog in een bocht - maar rijden veel harder. De aldaar staande politie kan niets uithalen, zelfs niet als een inhalende automobilist het stopteken negeert. Ze kijken de auto na en blijven dan weer staan praten. Ik volg de spoorlijnen en zodoende ook de kust. Er zijn ontzettend veel campings en het is duidelijk een plaats voor strandliefhebbers. Al zwervend kom ik op het station van Nea Pori. Ik sta daar wat te kijken als ik zie dat de Griekse spoorwegen nog een duidelijk staatsbedrijf is en voldoende personeel aan kan houden. Het is een nieuw station aan een nieuwe - twee spoors - verbinding tussen Athene en Thessaloniki. Toch zitten er aan beide kanten van het station een man in een huisje om de 'wisselstraat' van vier wissels met de hand te kunnen bedienen. Op het station zie ik dat er dat er op een dag 16 treinen op het station stoppen (8 richting iedere kant). Dat is gemiddeld een per uur en ik hoop dat het mannetje in zijn snikhete hokje niet in slaap sukkelt en vergeet een wissel om te zetten.

Na deze beschouwing rij ik terug naar 'mijn' bergdorp en loop naar huis. Het is 12:55 en ik heb 35 kilometer gereden. De middag wordt doorgebracht rond de kamer. Er moet aan het verslag gewerkt worden. Omdat het bewolkt is installeer ik alles op het balkon. Ik zit net of de zon begint steeds meer door te breken en al snel zit ik met toegeknepen ogen naar het scherm te turen. Dan maar naar binnen. Het verslag wordt langer en mijn vingers korter. Maar ik heb er plezier in want anders zou ik het niet doen. Verder heb ik nog wat gelezen en een siësta gehouden. Ook heb ik een peiling met de GPS uitgevoerd om de hoogte te bepalen van het hotel. Op mijn balkon zit ik op 529 meter hoogte volgens dat systeem.

Dan is de middag ook zo voorbij en is het tijd voor de pre-avond-frappee. Daarbij moet ik altijd aan mijn vrienden op Kreta denken (daar staat de frappee altijd om 18:00 op mij te wachten) en ik wil Ruud bellen. Er is echter geen ontvangst op het dorpsplein. Gelukkig heb ik nog een telefoonkaart en bel mijn vriend op. Hij is net op de taverna en we praten zoals we dat altijd bij een frappee doen. Toch moet ik het gesprek beëindigen want de kaart is op. Nog minder dan twee weken en dan zie ik ze weer. Emmanuela - hun dochtertje - zit dan in Nederland bij opa en oma, maar is 18 juli terug. Haar zomerkamp gaat niet door dus zal ik haar genoeg zien. Ik doe iedereen de groeten en hang op. De frappee wordt in rust genuttigd - dat is in Malia wel eens anders - en daarna ga ik weer richting kamer.

Nog wat lezen in de ondergaande zon en dan is het etenstijd. Ik hoef dit keer niet ver. Als ik door mijn balkon zou zakken (nee Mam, het is geen Maastrichts beton) dan zou ik zo aan tafel kunnen schuiven. Ik doen het maar op de nette manier en loop via de trap naar beneden. Net als gisterenavond vang ik bot op de vraag of ze Mousaka hebben. 'Dhen echie', er is geen Mousaka. Dat betekent dat je het wel versgemaakt krijgt, maar dat is dus niet iedere dag. Dus volsta ik met de Kefalotiri saganaki, tomaten-komkommersalade en een paidakia. Weer lamsvlees, maar daar kan ik in begraven worden. Na een goede maaltijd is het goed rusten en dus sluit ik om 23:15 mijn luiken.
 

Dag 30 - Woensdag 30 Juni 2004

07:20 Ook nu is het de hoeveelheid zonlicht die een einde maakt aan het slapen. Nog anderhalf uur voordat ik aan een ontbijt kan beginnen, dus ik zal iets moeten gaan doen. Dat is dus lezen en dat is zeker geen slecht tijdverdrijf. Klokslag negen uur sta ik op het terras naar een donker interieur van de taverna te kijken. De eigenaresse is blijkbaar nog niet zover. Als ik wat bij de ingang sta rond te kijken komt ze eraan lopen en begint meteen tot actie over te gaan. Binnen de kortste keren heb ik een blad met brood en beleg voor mijn neus, inclusief gekookte eieren. Daarna komt de koffie en als sluitstuk een 'Omelet-op-zijn-Grieks'. Zo, als je dan beweert geen ontbijt te hebben gehad dan weet ik het niet meer. En dan komt ze na een poosje nog even bezorgd vragen of ik soms nog meer wilde hebben! Ik bedank haar vriendelijk voor het ontbijt en ga naar mijn kamer om de spullen te pakken voor een autorit.

Ik heb geen gedetailleerde kaart van het gebied, maar ga gewoon wat rondrijden. Om 9:59 zit ik in de auto en staar ik naar de meters die 23,5°C en 12006km aangeven. De airco moet er flink aan trekken want de auto heeft al even in de zon staan bakken. Ik rij richting Ano Skotina en Kallipefki en die weg leid je nog hoger de bergen in. Ondanks dat de zon aan de hemel staat zie ik de temperatuur teruglopen naar een 17,5°C op 1124 meter hoogte. Er is daar een soort hoogvlakte (bij Kallipefki) en in het dorp hebben ze blijkbaar een bejaardenfeest want het plein zit echt vol met oudjes. Nadat ik op een kruising - net buiten Kallipefki - even alle 3 de richtingen heb onderzocht en hierbij een padvinderskamp ben tegengekomen, kies ik uiteindelijk toch voor de weg die leidt naar Karia.

Het is een mooie slingerweg die een diep dal in gaat wat haaks op de kust tussen de bergen ingeklemd zit. Het hele dal zit echter wel zonder mobiele ontvangst waarbij ik zelfs even ga twijfelen of mijn mobiel soms de geest heeft gegeven. Want ook op de andere flank van het dal, waar de weg richting Leptokaria en dus richting zee loopt, ontvang ik lange tijd niets. Plots zie ik de zee en schiet de ontvangstmeter omhoog. Wat mij in het dal wel is opgevallen is dat er wat huizen (villa's) staan in een stijl die voornamelijk in de Alpenlanden gebruikt wordt. Daar tussendoor staan dan wel weer de Griekse huizen, maar het valt hier wel op. Van afstand zien de bergen eruit alsof het een gladde deken van groene pluis is. Dichterbij gekomen blijken het dan vele soorten bomen te zijn die een geenszins gladde ondergrond maskeren. En dus slingert de weg zich 1000 meter naar beneden in een kronkel waar een slang met buikpijn nog jaloers op zou worden.

Ik bereik dan het plaatsje Leptokaria en rij richting zee. Het is een van de toeristische badplaatsen aan deze 'Griekse Rivièra' en ik passeer het station aan het vernieuwde baanvak. Ze hebben alles vernieuwd behalve de overweg. Want daar zit keurig een mannetje bij een hokje te wachten tot er een trein aan komt. Dat krijgt hij overigens wel op een redelijk moderne manier te horen, namelijk via een portofoon. Dan laat hij het verkeer stoppen en draait - met een slinger - de overwegbomen naar beneden. Hij wacht tot de trein voorbij is (en totdat hij zeker is dat er niet nog een trein aan kan komen) en draait dan de bomen weer omhoog. Zijn plicht zit er weer op totdat de volgende trein zich meldt en hij gaat onder de bomen weer zitten praten met wat vrienden.

Ik leg dit tafereel op videofilm vast en ga daarna langs de kust terug naar Panteleimonas. Om 13:32 zet ik de auto buiten het dorp neer en heb ik vandaag toch weer 85 kilometer afgelegd. Ik ga naar mijn kamer en plons wat in de badkamer. Daarna ga ik aan het verslag werken want vandaag wil ik een update doorvoeren. Toch is er ook nog tijd voor wat lezen en een siësta. De zon dook in de middag even weg achter dreigende wolken vanuit Olympos, maar de Griekse goden hebben het bij dreigen gehouden en nu schijnt de zon weer volop. Het is rustig in het dorp. Enkel de afgelopen maandag werden er bussen met toeristen gedropt, nu gaat alles zijn dagelijkse gang en zijn er enkel de toeristen die zelfstandig de omgeving aan het verkennen zijn. Ik ga straks - voor het laatst in dit dorp - eten op het dorpsplein en morgen ga ik naar mijn laatste stop alvorens af te reizen naar Kreta. Het gebied waar ik morgen heen wil - Pileon - heb ik vorig jaar ook met Berry bezocht en dat wil ik graag nog eens bezoeken. Het ligt keurig op de weg naar Athene, dus van enige afwijking (in de route dan, mijn persoon laten we er buiten) kan geen sprake zijn. Hopelijk is daar ook een internetcafé zodat ik het fotoalbum kan verrijken, maar ik ga jullie niets beloven.

Wordt vervolgd ¿

Na de update ben ik naar het dorpsplein gegaan en ben daar bij de grootste taverna gaan zitten nadat ik eerst bij een aantal taverna's had gevraagd of ze Mousaka hadden. Daar had ik nu zin in, maar geen van allen kunnen mij daar op dit moment aan helpen. Ik bestel dus een Saganaki en een Bifteki. De man herkent mij - ik heb twee dagen geleden bij zijn bar gezeten voor een frappee - en vraagt hoe ik hier ben en waar ik vandaan kom. Hij wil ook graag weten hoe ik dit dorp gevonden heb. Als ik vertel over de Olympia gids dan vraagt hij of hij het adres mag hebben. Waarvoor heb ik hem niet gevraagd, maar hij mag het adres best hebben. Eerst is het eten. 'Er is een tijd van eten en een tijd voor andere zaken', zei moeders altijd. De wedstrijd van Nederland tegen Tsjechië begint, maar ik kijk op afstand toe. Als toetje krijg ik meloen en dan ben ik nog de enige in de taverna.

Het is rustig in het dorp en de mensen die er zitten hebben het eten al op en zitten de wedstrijd te volgen bij een van de twee bars. Ik strijk ook op een terras neer - lekker buiten onder de druivenranken - en volg de wedstrijd. Nederland verliest met 1-2 en ligt er dus uit. Ondertussen is mijn glas ouzo leeg en ik loop - of eigenlijk klim - naar mijn auto. Ik haal de Olympia gids en laat de man het adres overschrijven. Ik word hartelijk bedankt en keer ik terug naar de kamer. Het is iets over twaalven en ik maak mij op om mij te rusten te leggen. Daar steekt mijn jongste broertje (Berry) nog even een stokje voor. Hij belt namelijk op mijn mobiel en we zitten wat te praten. Hij vertrek overmorgen naar Corsica om met een groep een week lang activiteiten te gaan doen (klimmen, abseilen, kanoen, etc). Ik vertel hem dat ik hem morgen in ieder geval nog even bel om hem een prettige vakantie te wensen en om te vertellen wat mijn volgende standplaats is geworden. Hierna kan ik dan alsnog mijn bed opzoeken. Ik hoef niet lang te zoeken en om 0:40 sluiten mijn luiken.
 

Ja, lieve kijkbuislezertjes. Deze twee weken zijn omgevlogen. Als je wilt weten hoe het mij verder vergaat dan zou ik zeker eens op de link aan de linkerkant klikken met de tekst "1 t/m 14 juli". Daar gaat deze vakantiesoap verder...